Leren spelen met andere peuters: samen spelen, samen delen

Er zijn blijkbaar peuters die lief hun eten delen of een ander troosten. De perfecte peuter deelt al zijn eigen snoepjes uit. Maar over het algemeen heeft een peuter ook op sociaal gebied nog heel wat te leren. Echt samen spelen en rekening houden met anderen is nog hartstikke lastig. Wist je dat kinderen zich pas vanaf hun vierde steeds beter verplaatsen in de gedachten en wensen van een ander? En dan nog verloopt samen spelen vaak niet vlekkeloos …

Samen leren spelen … help je peuter op weg

Een peuter moet nog van alles leren. En hoewel je het misschien niet zou verwachten, hoort samen leren spelen daar ook bij. Met de nadruk op ‘samen’ 😉 Verwacht niet dat je peuter weet wat ‘We gaan lief samen spelen hè’ betekent. Geen peuter begrijpt hoe je dat moet doen. Laat staan hoe ze kunnen reageren als het even verkeerd gaat. Peuters beschikken namelijk niet over een corrigerende stem die zichzelf tot de orde roept. Benoem liever de geslaagde momenten en wat er zo fijn aan is. Zo ontdekken kinderen wat lief en gezellig spelen & delen is en wat het oplevert. Kijk Sven is heel blij dat hij mag racen met jouw lievelingsauto!

Speelgoed voor iedereen

Vind je speelgoed leren delen belangrijk, dan kun je thuis naast de speciale speelgoedbak een algemene speelgoedbak maken. Vraag aan je kind(eren) welk speelgoed in die bak mag. Als er een speeldate is, pak je samen de speelgoedbak en gaat de ander in de kast.

Bijten tijdens het spelen

Sommige kinderen bijten als ze een speeltje willen veroveren. Als jij een peuter in huis hebt kan het je zomaar bekend voorkomen 😉 . Je ergens in vastbijten hoeft natuurlijk geen slechte eigenschap te zijn, maar is geen onderdeel van leren spelen! Het bijten afstraffen heeft weinig zin. Sorry zeggen of ze uit elkaar halen net zo min. Het is beter om je kind te leren en voor te doen hoe je speelgoed deelt. Stop met bijten, dat doet Sanne pijn. Slaan of bijten mag niet!” Geef Sanne maar een kus op haar hand. En benoem vervolgens wat zij wilde doen of zeggen. ”Je wilt Sanne natuurlijk vragen of jij de pop mag hebben, zeg maar tegen Sanne …, dan luistert Sanne goed naar jou.”

Spelen met een jonger broertje of zusje in de buurt

Niets is zo vervelend als een mooi bouwwerk dat omver wordt gelopen door een jonger broertje of zusje. Door ieder kind een apart speelkleed te geven is er voor ieder een eigen plekje waarbij niemand het spel verstoort. Is je jongste nog te klein om op een speelkleed te blijven, dan kan de box of het middagslaapje uitkomst bieden tijdens de speelmomenten van je oudste. Scheelt een hoop frustratie en verdriet!

‘Mam, ik mag nooit als eerste …’

Ruzie om de schommel of om wie er de mooie Prinsessenjurk aan mag… Kies jij, dan is het nooit goed. Voorkom daarom de scheidsrechterrol en laat ze zelf bedenken hoe ze allebei aan de beurt komen. Komen ze er niet uit? Gebruik dan de kookwekker als scheidsrechter: als hij rinkelt, mag de volgende.

De-dag-van-…

Gebruik een weekplanner, waarbij je ‘De-dag-van-…’ maakt. Op deze dag is het duidelijk wie als eerste op de schommel mag, als eerste een plekje aan tafel mag kiezen, het spelletje kiest, een snoepje uit de pot mag pakken etc. Handig als er continu competitie is.

Meer lezen over hoe je de confrontaties tussen je kids kan beperken? Check dan de site van de Opvoeddesk of onderstaande artikelen maar eens:

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven