Mijn drie kinderen speelden boven op hun kamertjes en ik maakte van de gelegenheid gebruik door me op de bank te nestelen met een boek. In de wetenschap dat zulke momenten schaars en kort zijn, stortte ik me meteen voluit in het verhaal.
Na een paar minuten hoorde ik mijn jongste de trap afkomen; hij heeft een bepaalde manier bedacht om de onderliggende verdieping veilig te bereiken door zittend van tree tot tree te gaan. Het kenmerkende gebonk werd gevolgd door getrippel en hij verscheen in mijn gezichtsveld. ‘Hallo!’
Ik trok een grimas. ‘Ha, ben je daar weer?’ Mijn aandacht werd meteen getrokken door iets vreemds op zijn hoofd. Ik schoot rechtovereind. ‘Wat heb je in je haar?’
Bovenop zijn zachte donkerblonde haartjes lag een uitgekauwd stuk kauwgom. Ik plukte aan de kleverige massa, maar het zat in tientallen fijne haartjes verweven. ‘Dat wordt knippen,’ zuchtte ik.
Boven pakte ik de doos met de pas daarvoor aangeschafte tondeuse. Mijn dochters keken verbaasd naar de gebruiksvoorwerpen in mijn hand. ‘Wat ga je doen?’ ‘Nou,’ zei ik. ‘Ik ga de kauwgom uit het haar van jullie broertje knippen.’ Ik nam de trap naar beneden, op de voet gevolgd door de daders.
Eerst ging ik met de schaar in de weer. Zachte plukjes haar dwarrelden op de grond. Ik schoof de tondeuse uit de verpakking, stopte de stekker in het stopcontact en schakelde het apparaat in. Vanuit Zoons nek begon ik halen naar boven te maken. Nadat ik de beide zijkanten had bijgewerkt, schoof ik het apparaat enkele malen van zijn voorhoofd naar zijn kruin. De meiden barstten in lachen uit. ‘Hij is kaal!’
Ik wreef met mijn hand over zijn bolletje. De haartjes prikten in mijn handpalm. Ik tilde hem van de kruk af en belde zijn vader, ter voorbereiding van het eindresultaat.
‘Wat?’ zei hij. ‘Heb je dan geen opzetstuk gebruikt?’