Angst voor skiën en andere ellende: waarom ik als ’n berg tegen wintersport opzie

Sinds een paar jaar zijn mijn ski’s en ik geen vrienden meer. Ik ben namelijk een bange muts geworden en vind er niks meer aan. Vroeger kende ik geen angst voor skiën. Als ik alleen al aan de wintersport denk, dan krijg ik rillingen. Ik wil alleen nog maar warmte. Maar vooral geen gedoe meer. Voor mij alleen nog maar: zon, zee en luieren. Wandelen op een boulevard met heel veel winkeltjes en daarna lekker eten in een restaurantje. Dat is voor mij vakantie! Heb jij ook last van ski angst? Of ben je nog net zo onbevreesd als toen je 20 was? Ik in ieder geval niet…

Lees ook: Weer ‘ns wat anders, bezoek een gletcher in de zomer!

Winterpret: zo ging het vroeger

Ik was jong, alles was nieuw en wat was het leuk. Wintersport! Natuurlijk waren er toen ook al dingen die ik niet altijd even geslaagd vond, maar alles erom heen maakte dat vaak wel weer goed. De aardige (veel te bruine) skileraren en het skiklasje met stuntelige mensen, die het (net als ik) nog moesten leren. We lachten wat af in die tijd en ook de drankjes op de terrassen vond ik heerlijk. Aan het einde van de middag tijdens de Après-ski kwamen de wildste verhalen los. Angst voor skiën? Daar kon ik me toen nog niks bij voorstellen.

Jaren achter elkaar ben ik zo op wintersport geweest en op een gegeven moment kan je skiën. Toen ik mijn man tegen kwam moest ook hij er aan geloven. In het begin skiede ik hem natuurlijk stoer voorbij, maar mijn man is een sportieve vent dus al snel ging hij mij voorbij. Hij skiede vooral hard en recht naar beneden, terwijl ik in mooie sierlijke bochten de berg af wilde dalen. Van gezellig samen skiën was dus al snel geen sprake meer. Hij werd fanatiek, maar terwijl hij ’s ochtends al met de kaart op zijn knieën uit zat te puzzelen waar onze tocht naar toe zou gaan, brokkelde mijn fanatisme langzaam af. Ik wilde veel liever kleine stukjes skiën, omdat je dan ook af en toe eens lekker op een terrasje kan zitten in de zon.

Introducing… mijn angst voor skiën

Wanneer mijn angst precies is begonnen weet ik nog exact. Het gebeurde op één van de zware tochten met een (zeer fanatieke) groep van mijn werk. Ik deed mijn best om ze bij te houden en moest alle zeilen bij zetten. Op een gegeven moment kwam er een enorm steile afdaling en omdat je anders aan de andere kant omhoog zou moeten klunen, was het “verstandig” om flinke snelheid te maken. Het was aan het einde van de dag, ik was moe en had daardoor nog maar weinig controle over mijn ski’s. Met een noodgang dook ik achter de groep aan het gat in en al na een paar seconden voelde ik dat er een brok ijs tegen één van mijn ski’s aan sloeg.

Ik probeerde om weer in balans te komen, maar er was geen houden meer aan. In spagaat gleed ik recht naar beneden terwijl ik onderweg van alles verloor. Op dat moment dacht ik echt: “dit overleef ik niet”, maar gelukkig kwam ik er met een gekneusd stuitje nog aardig goed vanaf. ’s Avonds werd er wat lacherig over gedaan, zo van ”Goh… jij maakte een mooie schuiver vandaag”,  maar ik zag er de lol niet meer van in. Bovendien mocht ik die vakantie niet meer skiën en zat ’s avonds dus op een speciale zitring braaf te luisteren naar hun enthousiaste verhalen. Wat ik toen nog niet wist, was dat ik nooit meer zo onbevangen een gat in zou duiken en zeker geen hoge snelheden meer zou durven maken. Mijn angst voor skiën was geboren.

Wintersport met kindjes: bergafwaarts met de pret

Toen onze oudste dochter drie jaar was, ging ook zij mee op wintersport. In een schattig maar geschikt ski-overalletje voor kids met bijpassende wantjes en mutsje togen wij naar de babyweide om haar daar over te kunnen dragen aan de juf van het peuter-ski-klasje. Helaas dacht onze dochter daar heel anders over en zette het op een brullen. Niet dat ze angst voor skiën had. Eerder verlatingsangst. Er was geen land mee te bezeilen en dus probeerde ik haar zelf de kunst van het skiën bij te brengen. “Ik moet plassen”, riep zij al na tien minuten en omdat ze net zindelijk was (en we dat graag zo wilden houden) spurtte ik samen met haar naar het eerste het beste restaurant. In het toilet aangekomen begon het hele ochtendritueel opnieuw, maar dan in omgekeerde volgorde. Mutsje af, dasje af, wantjes uit, ski-overalletje omlaag en  …  helaas te laat!

Skiën met mama: de zwarte piste

Het jaar daarna werd haar zusje geboren en kwam er voor mij niet veel meer van skiën, maar dat vond ik niet erg. Onze meiden werden groot, leerden het goed en dus kon mama ook gewoon weer mee vonden zij. Maar mama had er helemaal geen zin meer in. Mama baalde van de ellenlange rijen voor de lift en mama wilde zeker niet in de sneeuw skiën. (Omdat onze meiden net zo sportief zijn als hun vader, gaan deze diehards zelfs skiën in een sneeuwstorm.) Bovendien gingen we vaak ’s ochtends heel vroeg weg, omdat het dan nog een stuk rustiger was. Herken je dat? Vind jij wintersport ook zo afzien? En komt dat dan door de kou, of omdat je net als ik ski-angst hebt (gekregen)? Hieronder mijn lijstje met redenen waarom de ‘winterpret’ ver te zoeken is. En dat heeft niet alleen met mijn angst voor skiën te maken.

Waarom het écht wintersport heet: #1 de kou

Menig keer heb ik naast mijn echtgenoot zitten vernikkelen in een stoeltjeslift omdat de zon nog maar net op de piste scheen. “Mooi hè” zei hij dan en ja, het was inderdaad mooi, maar ook verschrikkelijk koud. Met één hand probeerde ik dan mijn capuchon over mijn oren te trekken, terwijl ik vier meter beneden mij allemaal verloren stokken en handschoenen in de sneeuw zag liggen. Bovendien ging ik, als het eindpunt in zicht kwam, al bij voorbaat op het puntje van mijn bankje zitten. Goed uit zo’n lift stappen (met ski’s aan) is namelijk een hele kunst. Topsport! Je weet namelijk nooit of je links of rechts uit moet stappen en of je wordt gelanceerd of gelijk recht naar beneden gaat.

#2 De pannenkoeken zijn niet eetbaar

Er waren ook sleepliften. Niet echt verleidelijk. Menig keer heb ik vlak voor mijn neus iemand uit zo’n lift zien vallen. Die dan ook nog vast bleef houden en meters werd meegesleurd. De filmpjes op YouTube liegen er niet om, maar ik kan u verzekeren: Dat is NIET leuk! (en zeker niet als je er vlak achter zit). Been there. Het instappen in dit soort liften is ook geen pretje, want de stangen (met aan het uiteinde een soort pannenkoek) komen vaak met een enorme snelheid op je af.

Het is dan belangrijk dat je snel zo’n stang pakt en die naar je toe trekt. De “Pannenkoek” klem je stevig tussen je benen (lees: kruis) kunt drukken. En… als de lijn (die aan de stang zit) dan op spanning is, word je met een ferme ruk in de rij getrokken en kan de sleep naar boven beginnen. Voor mannen moet dit trouwens  een pijnlijke ervaring zijn en ik denk dan ook dat hier het jodelen is uitgevonden. Ik voel me vooral zelf een pannenkoek. Heb ik niet alleen angst voor skiën, maar ook voor liften.

#3 Toiletbezoeken: daar gaat je pauze

Gelukkig werd er tussen de middag gepauzeerd. Ik maakte dankbaar gebruik van het toilet. Mijn angst voor skiën kwam er in 1 keer uit, zeg maar. Al valt zelfs een toiletbezoek niet mee op skischoenen. Terug op het terras was het eten inmiddels besteld (anders moet je zolang wachten)  en at ik mijn koude patat en halfrauwe hamburger op. Het uittrekken van zo’n skipak in een klein wc-hokje is al topsport op zich.

Toch vond ik het dan best nog wel een soort van leuk. Even mijn jas uit en goed insmeren tegen het verbranden. De strakke schoenen los en de beentjes strekken. Helaas waren de pauzes voor mij altijd te kort en als ik daar mijn beklag over deed, kreeg ik altijd te horen dat de passen duur zijn en we toch waren gekomen om te skiën. (wat natuurlijk helemaal waar is) Maar… aan het einde van de middag was IK kapot (slechte conditie) terwijl de rest van de groep nog met de allerlaatste lift naar boven ging.

Als de kinderen maar plezier hebben…

Eenmaal in de auto zag ik de oogjes van mijn man en kinderen glimmen terwijl die van mij bijna dicht gingen. “Wat ging het goed, hè pap?” en dan vertelde ze dat ze achter papa waren aangeskied en ze zomaar opeens op een klein stukje zwarte piste waren gekomen. Ik rilde bij het idee, maar zij vonden het prachtig.

Mijn angst voor skiën heeft officieel gewonnen

Inmiddels is mijn skibroek aan vervanging toe en heeft ook mijn jack zijn beste tijd gehad. “Zou ik nog wel nieuw kopen?” denk ik dan. Mijn man en kinderen vinden het jammer en begrijpen er niets van. “Jij kan zo goed skiën, mama” zeggen ze dan. Maar mama heeft dit jaar de knoop definitief doorgehakt en gaat haar gehele wintersport uitrusting op Marktplaats zetten. Volgende keer gaan mijn man en kinderen gewoon lekker skiën en dan ga ik naar ze kijken en met een boek lekker in het zonnetje op het terras zitten. Helemaal niet erg! Ik omarm mijn angst voor skiën 😉 . Hoe ga jij ermee om?

Lees ook: ’n Vakantie met kinderen boeken? Don’t try this at home

1 gedachte over “Angst voor skiën en andere ellende: waarom ik als ’n berg tegen wintersport opzie”

  1. Och arme Ellen, Het is erg herkenbaar allemaal.

    En ja gewoon lekker genieten op een terrasje in de zon en laat zij maar lekker skiën. Kun jij alvast hun drankjes bestellen en eten, dan verspillen zij zo min mogelijk tijd daaraan. En jij lekker in de zon met een goed boek (bij voorkeur van mij natuurlijk 😉 )

    En ik moest erg lachen om je jodeluitvinding.

    Ik kijk uit naar je volgende column.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven