Ze zijn er: ouders die boodschappen doen zonder kleine kinderen. Ik hoorde het op het schoolplein. Wanneer de jongste telg op bed ligt en ze toch naar school moeten, rijden ze meteen door naar de winkel. Ik durf dat niet. Er zou toch eens brand uitbreken/ een inbreker toeslaan/ een vliegtuig neerstorten. Jongste gaat altijd mee en dat is heel gezellig.
‘Wat gaan we kopen?’ vraag ik hem wanneer hij in zijn stoeltje voorin het winkelwagentje zit. ‘Pakjes,’ zegt hij dan. ‘En wat nog meer?’ ‘Cakejes!’ ‘Een lekkere banaan,’ zeg ik en houd hem een vrucht uit de zojuist afgewogen tros voor die hij vrolijk rondkijkend oppeuzelt terwijl ik haastig de benodigde etenswaren uit de schappen pik. Tegen de tijd dat hij het stuk fruit achter de kiezen heeft, zijn we bij het koek- en snoepjesgangpad aanbeland.
‘Cakeje?’ vraagt hij met zijn liefste stemmetje en het hoofdje schuin gehouden. ‘Alsjeblieft,’ zeg ik, nadat de handscanner de streepjescode gelezen heeft en scheur het pak open. Een minuut later is de snack verdwenen en stikt mijn mannetje van de dorst. ‘Pakje,’ zeurt hij aanhoudend en ik race naar het Wicky-schap om zijn lievelingssmaak uit te zoeken. Hij slurpt het drankje in één teug leeg en dan begint het gesodemieter.
‘Uit,’ zegt hij beslist en duwt de tweede banaan die ik hem hoopvol voorhoud weg. ‘Uit. Nu,’ zegt hij harder en zet eerst zijn ene voet, dan zijn andere op het blauwe zitvlak om zwalkend rechtop te gaan staan. Ik til hem eruit en zeg streng: ‘Wel bij mama blijven, hoor!’ Hij kijkt me aan met zijn meest engelachtige glimlach en loopt rustig met me mee. Tot ik buk om een grootverpakking houdbare melk te pakken. In mijn ooghoek zie ik een flits en hoor ik het getrappel van kleine voetjes. Wanneer ik opkijk is hij reeds om de hoek verdwenen. Ik schiet meteen in actie, maar tref hem niet aan in de naastgelegen rij. Wel hoor ik in de verte de echo van zijn harde lach. Ik zet het op een rennen en stop af en toe om me te oriënteren en mijn oren te spitsen. Andere klanten reageren op de paniekerige blik in mijn ogen met: ‘Een klein jongetje in een groen jasje? Daarheen.’
Uiteindelijk vind ik hem ergens aan de tegenovergestelde kant van de winkel. Boodschappen doen met mijn zoon is een behoorlijk uitputtende en benauwende onderneming. In de auto op weg naar huis valt hij steevast in slaap.
Het boodschappen doen is gelukkig geen probleem, al is het :’mama, mag ik dit’ natuurlijk niet van de lucht ! 1 keer uitleggen en meteen zeggen dat ik bij een volgende keer vragen geen antwoord geef, is meestal afdoende.
Wat het thuislaten betreft…. Inderdaad onbegrijpelijk, nog los van wat er met je kind kan gebeuren. Stel dat jou iets overkomt, wat gebeurt er dan (niet) met je kind?
gr. Linda
Zo herkenbaar. Wij starten inderdaad ook met druiven (in de ene supermarkt) en een eierkoek (in de andere supermarkt) en eindigen de laatste tijd met een flinke huilpartij in het wagentje en een hele stoere moeder die zich niet laat kennen 😉