In ons huis wonen drie dames en één heer. Het eerste dametje zit in de pubertijd, de tweede is er bijna uit en de derde zit midden in de overgang. De enige man in dit gezin is dus niet te benijden, want juist hij is een super geordend en systematisch mens. Dat hij daarbij ook nog een thuiswerkplek heeft maakt het er allemaal niet eenvoudiger op. Het botst hier dus nog weleens (soort van code rood) en u zult begrijpen dat wij op dit moment niet echt in aanmerking komen om het ideale “Libelle gezin” te worden.
Code rood, wees gewaarschuwd!
Wanneer de zoveelste discussie -over God mag weten waarover- weer gaande is, vlucht ik naar mijn werkkamer en zoek via de Whatsapp contact met mijn steun en toeverlaat.
“Deze keer ben ik het echt HELEMAAL zat en kunnen ze van mij met z’n drieën achter het behang”, klaag ik tegen mijn zus. “Ik ben het hele weekend thuis” Appt ze terug. Als ik na anderhalf uur rijden bij het huis van mijn zus en zwager ben aangekomen, word ik met open armen ontvangen.
Vanwege het mooie weer gaan we lekker buiten zitten en praten tot diep in de nacht. Af en toe kijk ik even op mijn telefoon (omdat ik inmiddels toch wel een Appje had verwacht) maar het blijft stil. “Waarom doe je die telefoon niet gewoon eens helemaal uit”, hoor ik mijn zwager zeggen en ik besluit om zijn raad op te volgen. Ik voel me bevrijd, maar het is net alsof ik vanaf dat moment alleen op een eilandje zit.
Lees ook: pubertijd meiden, om gek van te worden!
Ik had lekker geslapen die nacht en mijn hoofd was leeg. Vol goede moed stond ik op, maar na een tijdje begon mijn geweten te knagen. “Je kunt je man toch niet een heel weekend achter laten met die twee pubers!” Ik deelde mijn zorgen en toen ook mijn zus zei “Je zult zien dat alles weer rustig is als je thuiskomt”, pakte ik mijn tas en besloot om weer naar huis te gaan. Dat er voor die middag een weeralarm was afgegeven, code rood, storm met zware windstoten, had ik helemaal gemist. Mijn telefoon stond nog steeds uit!
Ik klem mijn handen om het stuur
Takken vlogen door de lucht en woest beukten de zware rukwinden tegen mijn autootje.
Het zweet brak me uit en even overwoog ik om terug te gaan. Nu met code rood rijden lijkt gekkenwerk. Op de weg waar normaal 120 kilometer per uur mocht worden gereden kon ik (net als de rest) nog maar nauwelijks 60 rijden. Slingerend reden we om de afgewaaide takken heen en regelmatig klapte er iets tegen mijn voorruit. Ik zag dat sommige weggebruikers onder viaducten bleven staan en anderen een veilige plek kozen in de buurt van een benzinestation, maar ik reed door. “Oh… dat heb ik weer”, dacht ik en gespannen pakte ik mijn stuur nog steviger vast.
Ik beefde over mijn hele lichaam toen ik na een paar uur voor mijn huis stopte en mijn vingers bijna moest loswrikken van het stuur. Mijn dochters zaten gezellig pizza te eten in de keuken en ook mijn man kwam een stukje halen. “Kijk, daar is mama weer”, hoorde ik hem zeggen.
“En… ben je een beetje bijgekomen?”
Hahaha oh oh wat een weekend! Fijn dat je veilig bent thuisgekomen, maar snap je frustraties helemaal!