Op een fijne zondagochtend reed ik met kind, kleuter en peuter de autoweg op. Er was een voorzichtig zonnetje en aan de kleding van mijn kids te zien, hield ik rekening met een broeierige dag. Op de autoweg zet ik de muziek wat harder, zodat ik de beginnende ruzie op de achterbank beter kan negeren.
Terwijl ik het gaspedaal een flinke duw geef -zondagochtenden zijn tenslotte rustig- zie ik voor me dat de familie kraai bezig is aan hun maaltijd. Terwijl ik het gas loslaat vliegen de meeste zwarte kopjes weg, maar er blijft er één midden op de weg staan. Voor ik het besef knalt de kraai tegen de auto en blijft op het asfalt liggen. In mijn achteruitkijkspiegel zie ik nog net een vleugel omhoog en naar beneden gaan. Een soort laatste groet.
Een zondagochtend vol kinderlogica
Wanneer ik dit hele tafereel intern had verwerkt, was er weinig aan de hand geweest. Maar ik slaakte een behoorlijke gil, met de nodige Ooh en Aah kreten. Het kind op de achterbank vraagt hierop direct wat er aan de hand is. Ik kan niks anders dan mijn misdaad bekennen.
‘Mama heeft net een kraai doodgereden’. Kind vertaald voor kleuter en schreeuwt met een een hele hoge stem: ‘Mama heeft een vogel doodgemaakt, mama heeft een vogel doodgemaakt’.
Kleuter begint direct te huilen en peuter roept: ‘Vogel nou, vogel nou’? Ik troost de kleuter door te vertellen dat het heel vervelend is, maar dat ik er niks aan kon doen. Kleuter blijft huilen en kind probeer door redenering de kleuter te troosten.
Lees ook: 8 uitspraken van een peuter
Kleuter relativeert
‘Het was een zwarte vogel, zwart is toch niet je lievelingskleur’? ‘Er zijn heel veel vogels, dan is het toch minder erg’? In mijn hoofd borrelen allerlei grote vragen over kleur en de uniciteit van mens en dier, maar ik laat het kind de kleuter troosten. ‘Weet je wat pas erg zou zijn? Als er een mens was geweest. Dan mag je wel zo hard huilen, dan zou ik ook huilen, jij toch ook mama’?
Kleuter huilt gewoon door. Uiteindelijk besluiten we om op de terugweg te kijken waar de kraai ligt en dat we nu een spelletje auto’s tellen gaan doen. Op de terugweg zitten mijn kinderen met hun neus tegen het raam en zoeken ze de kraai. Zoals met meer in het leven, zie je meer als je vanuit een ander perspectief leert kijken. Op dat moment dat ze zoeken naar de kraai, ontdekken ze dat de hele autoweg bezaaid ligt met dode egels, vogels, konijntjes en zelfs een kat. De Ooh’s en de Aah’s komen dit keer van de achterbank.
Bij de plaats delict ligt er geen kraai, dat maakt het verwarrend en hoopvol. Kind denkt dat hij met zijn laatste krachten naar de berm is gekropen en kleuter denkt dat zijn vriendjes hem hebben meegenomen en dat ze goed voor hem zorgen. De peuter vraagt nog steeds: ‘Vogel nou’? Ik rijd zwijgend door.
Lees ook: fantasie bij kleuters, hoe kan je hier goed mee omgaan?
Gebruikte afbeelding via Shutterstock