Het lag niet aan mij. Wat wrang om nu pas te lezen over Dysforische toeschietreflex (D-TSR). Al negen jaar lang voel ik mij schuldig. Ik kon mijn baby’s niet geven wat het allerbeste is. Moedermelk. Als ik terugdenk aan mijn eerste pogingen, krijg ik nu nog buikpijn. Al bij de eerste keer aanleggen voelde ik tegenzin. En pijn. Opluchting toen mijn pasgeboren dochter weer van mijn borst werd gehaald. En dat herhaalde zich. Eindeloos. We kregen spruw. Daar kwam het vast door dat het niet zo goed ging. Ik moest maar gaan kolven. Uren zat ik te ploeteren om een paar millimeter van dat oh zo kostbare vocht eruit te persen. Ik wilde zo graag. Mijn dochter huilde bijna onafgebroken.Â
En ze viel af. “Ze zit tegen uitdroging aan”, constateerde de verloskundige. Dan maar borstvoeding en flesvoeding combineren, dacht ik toen nog. Mijn man vertrok meteen naar de winkel om flesvoeding te kopen. Er was niks mis met de manier van aanleggen. Ik deed alles goed. En toch kwam er bijna niks uit. De fles was onze redding. Borstvoeding gÃng simpelweg niet. Een blije baby en ik dacht weer aan iets anders dan borstvoeding. Toen sloot ik me hier ook voor af, wilde er niks meer over horen of lezen.
Dysforische toeschietrefles, wat je niet weet
Bij baby nummer twee zou ik een nieuwe poging doen. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Ik had vast de eerste keer pech gehad. Iedere vrouw kan borstvoeding geven, soms met wat hulp, dus waarom ik niet? Omdat ik last had van D-TSR, maar dat niet wist. Het werd weer een drama. Ik zag op tegen de momenten dat mijn zoon aan de borst moest. Doorstond dit zo lang als ik kon verdragen, verbeet de pijn en alle negatieve gevoelens. Maar mislukte weer als moeder. Tenminste, zo voelde dat. Manlief greep weer in. Hij was helemaal klaar met al het borstvoedingsgedoe, wilde mij weer zien genieten. Dat lukte pas een flinke tijd later.
Dus toen ik zwanger was van baby nummer drie, wist ik het zeker. Geen borstvoeding meer. Maar daar was ineens zo’n mooi lief kindje, dat uit zichzelf op zoek ging naar mijn borsten….dus vooruit, een keertje aanleggen dan maar. “Oh wat een natuurtalent!” kirde de pro-borstvoedingsverloskundige. Daarmee doelde ze op mijn dochter, niet op mij. En daar ging ik weer.
Drie keer zou best eens scheepsrecht kunnen zijn. Niet als je last hebt van D-TSR. Maar dat wist ik niet. Weer dat schuldgevoel. Maar deze keer liet ik het niet mijn kraamtijd bepalen. Ik had immers al twee gezonde en gelukkige kinderen rondlopen, zo slecht hadden we het niet gedaan. Nu negen jaar later lees ik via twitter over D-TSR. Ik herken het meteen. En eindelijk kan ik voorgoed afscheid nemen van dat diep weggestopte schuldgevoel. Het lag niet aan mij.