Gastcolumn: Achterbankgesprek, door Ingrid de Bruijn

In de tijd dat mijn oudste kinderen de leeftijd hadden dat ze elke zaterdag en/of zondag gehaald en gebracht moesten worden naar hun voetbalwedstrijd genoot ik het meest van de gesprekken die ze tijdens de uitwedstrijden voerden op de achterbank. Waar het op de terugweg ging over de overwinning, het verlies, de altijd slechte of partijdige scheids, werden op de heenweg andere gesprekken gevoerd.

Na verloop van tijd kwam ik er achter, dat het beter was om me daar niet in te mengen. Zodra je namelijk denkt deel te moeten nemen aan het gesprek, veranderen ze razendsnel van onderwerp. Vaak worden er in hun ogen onderwerpen besproken die niet voor moeders oren bestemd zijn, laat staan dat ze er op zitten te wachten dat ik mij hier in ga mengen. Daarom hou ik me tijdens deze gesprekken altijd heel wijselijk Oost Indisch doof. Vaak beginnen de gesprekken onschuldig, maar komen ze, naarmate ze op dreef raken, op een ander onderwerp. Omdat ik al die tijd mijn mond houd, vergeten ze dat er achter het stuur nog een truttige, ouderwetse moeder zit die haar oren altijd gespitst houdt.

Nu ik weer zo’n kleine spruit op de achterbank heb zitten, heb ik me voorgenomen om dezelfde aanpak te hanteren. Zo hoor je tenminste nog eens wat. Als je vraagt: ‘Wat heb je vandaag op school gedaan?’, krijg je standaard hetzelfde antwoord: ‘Nou, gewoon wat we altijd doen.’ ‘Ja lieverd en wat is dat dan precies?’ ‘Hetzelfde als gisteren!’ Wat ben ik blij dat je me zo goed op de hoogte houdt.

Toen ik vorige week naar het zwembad reed ontspon zich een interessant gesprek op de achterbank. Opeens hoorde ik een vriendje zeggen: ‘En toen lag die blote vrouw op die blote man en gingen ze de hele tijd op en neer.’ Pardon? Volgens mij hadden ze die middag bij mij thuis met de lego gespeeld en geen tv gekeken. Ook mijn nazaat bleek zeer geïnteresseerd in dit verhaal. ‘Oh, ja vertel eens en wat deden ze toen.’ ‘Nou gewoon heel raar’ was zijn antwoord. Voor mij het moment om in te grijpen. Mijn kleine is wat voorlichting betreft nog blanco. ‘Waar heb je dat gezien?’ vroeg ik voorzichtig. ‘Thuis op tv, ik was aan het zappen en toen zag ik dat.’ ‘Waar waren je vader en moeder toen je zat te kijken?’ vroeg ik. ‘Boven, maar ik heb hem snel op een ander net gezet want ik vond het heel stom.’ Gelukkig, dacht ik. Wie weet wat hij anders nog meer allemaal had gezien.

‘Heb je wel aan je vader of moeder verteld, wat je hebt gezien?’ ‘Natuurlijk niet. Straks gaan zij het ook nog doen.’ ‘Ja’, was mijn onnozele antwoord. ‘Daar moet je toch niet aan denken. Je zou ze eens op ideeën brengen.’

Een ding is zeker. Hij heeft werkelijk geen idee waar de baby’s vandaan komen. Misschien tijd voor een lesje voorlichting. Achterbank gesprekken. Ze zijn, zeker weten, ergens goed voor!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven