‘Wat is dat?’ Mijn trio kijkt argwanend naar de dampende bakplaat met zes goudgele hoopjes. ‘Dat zijn zelfgemaakte eierkoeken!’ Ik laat het ‘gezonde’ maar even weg, zo heb ik meer kans op succes. Want als ik roep we gaan gezond snoepen dan is de lol er direct af.
Sinds ik het boek ‘De voedselzandloper’ heb gelezen, struin ik het internet af op zoek naar ‘gezonde’ recepten. Een van mijn favoriete foodblogs is ‘Uit Paulines keuken’, omdat zij de gezonde, veelal ‘voedselzandloperproof’ recepten afwisselt met heerlijke, ietsje pietsje minder gezonde recepten. Zo maakte ik laatst een heerlijke spaghetti van courgette, wat op een overtuigend ‘ieuw’ van mijn kroost kon rekenen. Mooi, des te meer bleef er over voor mij. Aangezien het een vegetarisch gerecht betrof, hoefde ik manlief hier ook niet mee lastig te vallen. Mijn experimenten in de keuken hou ik vooralsnog vooral voor mezelf. Behalve de eierkoeken dan. Ze mogen allemaal proeven.
Jongste haakt met een vies gezicht na 1 hapje al af. “Dit is geen eierkoek, dit is vies.” Dat is weer een les voor mij, als ik ze platte mamacakejes had genoemd, was het vast schoon op gegaan. Zoonlief is wel enthousiast. “Dit is heerlijk mam, wel anders dat wel.” Oudste dochter mag na haar balletles ook nog een koek proeven. Ze valt meteen aan, hongerig van de inspanningen. “Mmmmwah, wel een beetje fris”, mompelt ze met haar mond vol. Ze proeft de citroenrasp. Als mijn kroost op bed ligt zet ik een heerlijk kopje thee en nestel mij met twee koeken op de bank. Wie zegt dat gezond snoepen niet lekker kan zijn?
Langzaam eet ik ze op. Ja, ik proef ook het frisse, maar dat is juist lekker. En nee, het smaakt niet zoals een ‘foute’ eierkoek smaakt. Veel minder zoet. Na twee koeken heb ik een voldaan gevoel. En niet de neiging de rest op te eten, zoals ik bij de supermarktversie wel altijd heb. Dit experiment is geslaagd. Voor de kinderen bak ik ze gewoon nog een keer met meer agavesiroop, zodat ze wat zoeter zijn.
Zijn jouw kinderen te paaien voor gezond snoepen of trekken ze net als die van mij een frons?