Hoe het er in Kopenhagen in 1910 uitzag weet ik niet. Ik heb wel een donkerbruin vermoeden. De heren droegen in elk geval nog skinny broeken en de dames in ruim vallende, ietwat hoger getailleerde robes. Gecompleteerd met een liefst uitbundige hoed. Hun haar droegen de dames uiteraard nog lang, de charleston lag nog in de plooien van de toekomt verborgen. Dát moet dus de ambiance zijn geweest van de honderd mannen en vrouwen uit zeventien verschillende landen die gehoor hadden gegeven aan de oproep van Clara Zetkin. Zij organiseerde de eerste Internationale Vrouwendag die dus ook door mannen werd bezocht.
Internationale vrouwendag; de geschiedenis
Hoewel de aanleiding in 1908 lag (de vrouwen in textiel- en kledingindustrie in de VS staakten massaal voor een achturige werkdag) stond in eerste instantie het kiesrecht centraal. Vrouwen mochten immers niet stemmen. Zoals ze een heleboel meer dingen niet mochten. Want mannen hadden nog niet ontdekt hoe sterk vrouwen kunnen zijn (of juist wel en daarom moesten we onder de duim worden gehouden 😉 ).
In de jaren volgend op die eerste bijeenkomst werden in steeds meer landen op 8 maart vergaderingen en demonstraties gehouden. Tijdens de jaren veertig, vijftig en zestig stond een speciale Internationale Vrouwendag op een laag pitje. Eind jaren zestig bloeide de Internationale vrouwendag tegelijk met het feminisme, weer op. In 1978 riep de Verenigde Naties de dag uit als feestdag. Vanaf dat jaar wordt ook in Nederland door veel vrouwengroepen de dag gevierd. Toch zou het nog lang duren voordat de dag in agenda’s en op kalenders werd vermeld en nog steeds is dat niet tot elke datumdrukker doorgedrongen.
Drank en cadeautjes op Internationale Vrouwendag
In veel socialistische landen is 8 maart een officiële feestdag en dat wordt ook echt gevierd. In 1995 stond ik ’s morgens vroeg in een Hongaars weeshuis samen met een aantal Hongaarse vrouwen die daar werkten ’s morgens om negen uur al in het kantoor van de al van grote afstand ruikbare directeur. Tot mijn stomme verbazing was het kantoor versierd en stonden er allemaal ingepakte cadeautjes op tafel. Flessen en glazen er naast, en de dames glimmend van trots in afwachting van de speech. Die kwam en op twee woorden na, verstond ik er uiteraard helemaal niks van. Jó napot ofwel goededag ging nog net en op de een of andere niet meer te achterhalen wijze had ik ergens het woord ajándék opgestoken. Eigenlijk niet vreemd want welke vrouw heeft nou geen ijzeren geheugen voor de term: cadeautje.
Zwangerschapsverlof
Gekker was het dat alle dames – die dus nog aan het werk moesten- met groot gemak de glazen lieten volschenken. Hun keel smeerden ze op een manier zoals ik dat alleen met thee gewend was. Meedoen? Afhaken? Ik koos voor de manier die in Hongarije voor mij al vaker zeer effectief was gebleken maar die voor de aanwezige flora minder florissant bleek: achterover kiepen maar dan niet in mijn keelgat…
Het was voor de vrouwen een echte feestdag. Terwijl dat in socialistisch Hongarije zoals het toen zeker nog was, helemaal niet nodig was om achterstand van vrouwen weg te werken. In alle beroepen waren ze vertegenwoordigd. Gezien hun kijfstem konden ze veel situaties blijkbaar moeiteloos de baas. Die gelijke beloning zal daar echter ook wel een probleem zijn geweest, maar daar stond tegenover dat ze bij elk kind twee jaar betaald zwangerschapsverlof kregen. Het aantal vrouwen dat na één jaar en tien maanden na de bevalling hun tweede en vervolgens derde kind kreeg, was dan ook opvallend groot.
Maar goed, mijn allereerste kennismaking met Internationale Vrouwendag kreeg in het buitenland zijn basis en hoe gek het ook klinkt: vanaf dat moment heb ik er nooit meer eentje overgeslagen. Alleen die cadeautjes, die zijn er later nooit meer aan te pas gekomen.
Weetje
De helft van de wereldbevolking is vrouw en zij verricht ruim 65% van al het werk. Daarmee verdienen wij 10% van het wereldinkomen, maar we bezitten maar 1% van alle bezittingen. Sterker nog, van alle armen op de wereld is 75% vrouw, evenals van alle vluchtelingen. Hoe is het mogelijk.
In Nederland doen we het – hoewel gelijke beloning nog een utopisch beeld lijkt- naar verhouding niet slecht: we verdienen ‘slechts’ 23% minder dan de mannen.
Wat vind jij, moeten we Internationale Vrouwendag in ere houden, of vind je dat niet nodig?