It’s all about the money

Werkelijkheid en fictie komen soms erg dicht bij elkaar. Neem nou het volgende voorbeeld. Mijn zoon wil een spelletje spelen. Het Eurozakgeldspel. Je plastic zakgeld gebruik je om spullen te kopen of je zet op de bank. Einddoel: je hebt in elke winkel wat gekocht en 10 euro op de bank bij elkaar gespaard. Prima spel. Misschien naïef gedacht, maar ik ga er maar vanuit dat hij er ook echt iets van opsteekt. Bijvoorbeeld dat je een euro, al is hij van plastic, maar één keer kan uitgeven.

Die hoop vervliegt als ik dreig te winnen. Het humeur aan de overkant van de tafel zakt tot onder het nulpunt, hij wil niets meer uitgeven en gaat liegen over de hoeveelheid zakgeld die hij krijgt. Met heel veel moeite brengt hij de beleefdheid op om het spel uit te spelen. Vervolgens gooit hij de fiches in de doos en kruipt boos achter de tv. Tussenstand: 1-0 voor mij.

Een kwartier later zie ik de voordeur open staan. Zoonlief staat met iemand te praten en houdt iets vast. Nieuwsgierig loop ik naar ze toe. Wat blijkt? HIj staat daar, met zijn Ajax-knip in de hand en een beteuterd gezicht. De collectante van de nierstichting vindt hem nog wat jong en wil zijn zuurverdiende zakgeld niet aannemen. ‘Maar mam, ik heb dit geld toch niet echt nodig? En die mevrouw wil het graag hebben. Daar is toch niets mis mee?’ Nee, lieve schat, daar is zeker niets mis mee. Toch heb ik snel mijn eigen portemonnaie getrokken en twee euro in de collectebus gedaan. De eindstand van vandaag? Ik zeg een glansrijke 2-1 overwinning voor mijn zoon!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven