Onze kritische stem…

Onlangs had ik een gesprek met Ingrid. Zij baalde van haar gedachten om het altijd beter te willen doen. Maar ook over haar angst dat het niet zou lukken. En haar gedachten dat andere mensen haar hiervoor zouden afkeuren.

Die gedachten wordt veroorzaakt door zo’n vervelend stemmetje dat regelmatig de kop op kan steken. Dáár wil ik het even over hebben! We hebben haar namelijk allemaal! Dat is dat stemmetje dat je kritisch naar zaken laat kijken, maar dat er niet altijd rekening mee houdt of je iets ook echt graag wilt! Dit is de interne criticus!

Onze interne criticus is geboren toen je je eerste ervaring opdeed met de opvoeding door je ouders. Gedurende je hele kindertijd leerden je ouders je welk gedrag acceptabel was, wat gevaarlijk was, wat moreel onjuist was, wat bewonderenswaardig en vervelend was. Ze deden dit door je te knuffelen en te prijzen als je je netjes had gedragen en je te straffen als je iets gevaarlijks, verkeerds of hinderlijk deed.
Alle kinderen groeien op met deze emotionele restanten van de opvoeding. We hebben bewuste en onbewuste herinneringen aan alle keren dat we het gevoel hadden slecht te zijn. Dit zijn de onvermijdelijke littekens die het opgroeien op onze zelfwaardering achterlaat. Bij deze ervaringen begint de criticus met zijn werk, dat gevoed wordt door deze vroege “dat is niet goed” gevoelens.
Haar stem is die van je ouders (of leerkracht, vriend of vriendinnetje) die haar afkeuring uitspreekt, de straffende, dreigende stem die je gedrag als kind heeft gevormd.
De sterkte en de wreedheid van de aanvallen houden direct verband met de sterkte van je “dat is niet goed” gevoelens. Als de eerste straffende ingrepen relatief mild van karakter waren, zal de volwassen criticus misschien slechts zelden toeslaan. Maar als op niet mis te verstane wijze duidelijk is gemaakt dat je een slecht kind was, dan zal de volwassen criticus elke gelegenheid aangrijpen om je aan te vallen.
De criticus beschikt over talloze wapens. Het meest effectief zijn de normen en waarden waarmee je bent grootgebracht. De criticus ziet kans om deze zelfopgelegde normen, deze “moetjes”, tegen je te laten werken. Zij vergelijkt hoe je bent, met hoe je zou moeten zijn en beschouwt je als onbekwaam of slecht. Zij noemt je stom, als de 9 die je zou moeten halen een 8 wordt. Zij zegt: “de kinderen komen op de eerste plaats” en noemt je egoïstisch als je eens een avondje voor jezelf wilt.
De criticus geeft jou de schuld van alles wat verkeerd gaat. Zij vergelijkt je met anderen, met hun prestaties en talenten, en concludeert dat je tekortschiet. De criticus legt de lat onmogelijk hoog en slaat je dan in elkaar voor de geringste fout. De criticus houdt al je fouten bij, maar herinnert je nooit aan je sterke kanten of prestaties. Zij kan je uitschelden voor idioot, onbenul of zwakkeling en laat je geloven dat je dat ook daadwerkelijk bent.
Kortom: de criticus is altijd bezig je eigen waarden te ondermijnen. En toch is haar stem zo geniepig, zo met je gedachten verweven dat je het verwoestende effect ervan nauwelijks opmerkt. De zelfkritiek lijkt altijd redelijk en gerechtvaardigd. Het lijkt heel normaal om jezelf te veroordelen omdat je zo vertrouwd bent met wat je voelt en doet.
Maar de aanvallen van de criticus maken geen deel uit van de normale waarneming van wat je voelt en doet!
Wat je ook over de criticus moet weten is dat zij in een soort stenografie spreekt. Soms schreeuwt zij alleen maar het woord “lui”. Maar over die ene lettergreep ligt de schaduw van al die keren dat je vader over je luiheid klaagde en je duidelijk maakte dat hij een hekel had aan luie mensen. Dat zit allemaal in dat ene woord en zodra de criticus het uitspreekt, voel je het hele gewicht van je vaders afkeuring.
Soms gebruikt de criticus ook beelden uit het verleden om je eigenwaarde te ondermijnen. Zij vertoont een herhaling van een of ander gênant moment, zij toont je foto’s van een uitbrander die je van je baas kreeg, of beelden van een stukgelopen relatie of scenes van die keer dat je veel te hard tegen je kinderen uitviel.
De waarheid is dat je zo gewend bent om naar haar te luisteren, zozeer in haar bent gaan geloven, dat je nog niet geleerd hebt hoe je haar kunt uitschakelen. Door te oefenen kun je echter leren haar te analyseren en zul je haar beweringen kunnen weerleggen. Je kunt haar uitschakelen nog voordát zij de kans krijgt om je gevoelens van eigenwaarde onderuit te halen.

Zo dus ook bij Ingrid. In ons gesprek gingen wij met haar gedachten aan de slag en zij vertelde dat zij het gevoel had dat iemand haar keel dichtkneep. Samen zijn wij daar op doorgegaan en realiseerde zij zich dat het haar moeder was. Haar moeder pakte haar vroeger altijd vast bij haar arm om haar terecht te wijzen. Ze pakte haar natuurlijk niet letterlijk bij haar keel, maar zo vertaalde zij het wel! Het voelde alsof haar keel werd dichtgeknepen.
Uit deze ervaring leerde zij dat haar moeder, hoewel liefdevol bedoelt, haar terecht wees waardoor zij steeds beter haar best ging doen. Sterker nog, ze ging op haar tenen lopen. En dat doet ze nog steeds! Haar angst om het verkeerd te doen maakt dat zij in conflict komt met zichzelf en dit afreageert op haar kinderen. Dit wil ze niet meer. Ze wil er voor haar kinderen zijn, maar niet als een moeder die haar kinderen “de keel dichtknijpt”, maar een moeder die hen liefheeft, consequent is en goedkeuring geeft in wie ze zijn!

(bron: Zelfvertrouwen van Mattthew McKay & Patrick Fanning)

Boek: Dromen, Durven, Doen van Ben Tiggelaar, Uitgeverij Spectrum

Een mooi boek voor als je je doelen wilt bereiken….

Een citaat:
“Doen: het eindigt met doorzetten….

In het vorige hoofdstuk ging het over mijn dochter Emma en haar ambitie om te leren fietsen. Stél nou dat het mij de eerste keer niet lukt om Emma te leren fietsen. We oefenen de hele middag, maar het gáát gewoon niet. Hoe vaak moet ik dan opnieuw proberen om haar te leren fietsen? Hoe lang zou jij doorgaan als je je kind wilt leren fietsen?

Totdat ze het kan, natuurlijk!

Bij alle dingen die we écht belangrijk vinden in ons leven, gaan we door totdat we het kunnen. Kleine kinderen vallen heel wat keren als ze leren lopen, maar er is geen ouder die zegt: “Nu ben je al tien keer gevallen, we stoppen ermee. Helaas pindakaas. Het is mislukt. Het zit er niet in bij jou. Je bent blijkbaar geen loper, je bent meer een kruiper.”

En wat doen mensen die een ongeluk of ziekte hebben gehad waardoor ze tijdelijk niet meer kunnen lopen? Ze gaan revalideren en leren het opnieuw. Desnoods met hulpmiddelen. En als lopen niet meer gaat, dan leren we om ons zelfstandig te verplaatsen in een rolstoel. Bij alle dingen die we écht de moeite waard vinden, gaan we door totdat we op de een of andere manier ons doel bereikt hebben.” Dat betekent doorzetten…..

Ik ben lifecoach voor zelfstandig ondernemende vrouwen. Wil je weten wat ik voor je kan doen? Kijk voor meer informatie op www.lifecoach.nl of mail mij: info@lifecoach.nl

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven