Met twee kinderen in ons gezin van behoorlijk uiteenlopende leeftijden (6 en bijna 11) en met zeer verschillende karakters loopt het bij ons met regelmaat in het honderd. Dochterlief doet enorm haar best om haar broer bij te benen en zoonlief loopt tegen de puberteit aan waardoor een grote mond geen verrassing meer is. Toch denk ik dat het meer te maken heeft met onzekerheid dan met onwil of moedwillig onrust stoken.
Want wat kan het er om spannen bij ons thuis. Zomaar, zonder aanleiding lijkt een gezellig onderonsje uit te monden in een fikse ruzie. Nu heb ik wel eens gelezen dat ruzie maken tussen broer en zus (of broer en broer) heel gezond is als voorbereiding op de toekomst, maar ook wij worden hierin betrokken.
Onzekerheid oorzaak ruzie
En daar komt de onzekerheid om de hoek. Zoonlief betrekt ons in de ruzie door direct te ontploffen en te roepen ‘ja maar zij doet dit’, of ‘ja maar zij krijgt nooit straf’ , of ‘ja maar ik ben niet begonnen’. En ga zo maar door. Een op één is het een schat van een jongen, maar zodra zijn zusje erbij is lijkt het erop dat hij een strijd voelt. Een strijd die wij juist proberen te vermijden, in die zin dat ik me ervan bewust ben dat hij dat zo voelt en dat ik rekening hou met mijn reactie.
Maar zo nu en dan is hij toch ècht degene die tot de orde geroepen moet worden. Onzekerheid of niet, ik kan hem toch ook niet de hand boven het hoofd houden, dat wil ik ook niet. Maar buiten die ruzies om heeft hij dus het gevoel dat zijn zusje voorgetrokken wordt. Het feit dat zij bijna 5 jaar jonger is, is in een discussie voor hem niet belangrijk. Hij kan niet beoordelen dat het daarom bijvoorbeeld logisch is dat zij iets nog niet zou hoeven en hij wel. Gelukkig is zijn zus redelijk zelfstandig en kan ik ze op het gebied van veel dingen over één kam scheren. Zoals de taken bijvoorbeeld die ze in huis doen. Allebei drie per dag èn allebei kunnen ze kiezen uit dezelfde lijst.
De zelfstandigheid van dochterlief heeft echter ook zijn ‘nadelen’. Ik denk dat de onzekerheid bij onze zoon hem ook juist daarin zit. Hij ziet overduidelijk hoe makkelijk zijn zusje het heeft in een hoop dingen. Hoe snel ze het lezen oppakt (terwijl hij dyslectisch is) en makkelijk ze goede cijfers haalt op school. En daar heeft hij last van.
Ik ben benieuwd of jij ook dit soort onzekerheid herkent bij je kind? En zo ja, hoe je daar mee om gaat? Heb je tips?