Paardenmeisje; paardrijden voor kinderen

Als je kind een paardenmeisje is, dan valt dat niet zomaar te veranderen. Het is een soort liefde die niet weg te stoppen valt. Of dat je het nu van je ouders meegekregen hebt of niet, dat doet er niet toe… je bent een paardenmeisje, of je bent het niet. Een van onze gastbloggers beschrijft hoe de liefde voor paarden bij haar meisje opbloeit.

Als je kind een paardenmeisje is

Ik kan er niet meer omheen: mijn dochter is een paardenmeisje. Niet raszuiver, daar heb je twee paardenminnende ouders voor nodig. En zowel mijn man als ik hebben niets met paarden. Tot voor kort dan hè, want nu sta ik wekelijks enthousiast en vol overgave paarden te poetsen op de manege.

En ik moet toegeven, het is best leuk. Niet dat ik nu zelf wil gaan paardrijden! Nee, verre van dat. Ook mijn man heeft, ondanks zijn overigens zeer geschikte O-benen, geen ambities in die richting. Maar genieten doen we er wel van. Het blije gezicht van ons meisje als ze met haar paardrijcap de deur uit stapt, de verhalen na elke rijles, het eindeloos spelen met paarden (klein en groot); alles aan haar bevestigt ons dat ze het echt naar haar zin heeft. En niets is belangrijker dan dat.

De weg van hockey naar paardenmeisje

Eerder zat ons paardenmeisje op hockey. Een leuk team met bekende meiden. En een leuke coach (ik). De eerste wedstrijden was ze enthousiast. Want ja, na een jaar van hockeyspelletjes ging ze nu tegen andere clubs spelen. Het echte werk. Maar in oktober voelde ik al een omslag. Het is dat je op kunstgras geen bloemen kan plukken, anders had ze dat vol verve gedaan. De verrassing was dan ook niet heel groot toen ze net na de herfstvakantie aangaf hockey eigenlijk niet meer zo leuk te vinden. Het viel haar tegen, die competitie. Liever wilde ze, je raadt het al, op paardrijden.

Afmaken waar je aan begint

Zelf ben ik opgevoed met het idee dat je afmaakt waar je aan begint. Een levensles die ik mijn kinderen ook wil meegeven. Dus kwamen we tot een compromis. Ze zou het seizoen afmaken (sporten voor kinderen in teamverband lopen een heel seizoen door) en daarna zou ons paardenmeisje op paardrijden mogen.

Tot de kerstvakantie ging het goed. Als ze mopperde, hoefde ik haar alleen maar te herinneren aan onze afspraak. De winter was koud en lang, veel trainingen en wedstrijden werden afgelast. Kat in het bakkie voor haar, maar des te moeilijker werd het voor mij om haar te motiveren na de winterstop.

Hoe verder het seizoen vorderde, hoe groter de frustratie. Bij haar maar ook bij mij. Als coach stond ik op het veld. Ik kon niets doen als ze het veld niet meer in wilde. Boos tussen de velden ging zitten. Of uit pure frustratie stond ze te huilen aan de rand van het veld. Machteloos voelde ik me. Hoe leuk ik het ook vond om samen met de meisjes op het veld te staan, zo ging voor mij de lol er ook wel af. Maar ja, afspraak is afspraak. En afmaken is niet halverwege stoppen…

Of toch kiezen voor het plezier in sporten bij je kind?

Tot een van de moeders naar mij toekwam en me op de man af vroeg voor wie ik deze poppenkast nog vol wilde houden. Stop er toch mee, adviseerde ze mij met klem, als jouw kind een paardenmeisje is, laat haar dan doen waar ze blij van wordt. Toen is het snel gegaan: hockey opgezegd en mijn taken als coach overgedragen. Het voelt als een opluchting en niet als falen. Want wel beschouwd heeft ze zich nog een half jaar, werkelijk op haar tandvlees, aan haar belofte gehouden. Voor een kind van zeven een hele prestatie.

Genieten van paarden, paardrijden en paarden verzorgen; een echt paardenmeisje

Op haar verjaardag heeft ze paardrijlessen gekregen, een abonnement op de Penny en een complete outfit, waaronder dus de cap, een broek en paardrijhandschoenen. Nu rijdt ze dus paard. Met maar één klacht: de lessen zijn ‘maar’ een keer per week en zijn veel te kort. Het doet haar goed, ons verlegen moppie. Zelfverzekerd wordt ze ervan. We hebben haar net opgehaald van haar eerste ponykamp. Nooit gedacht dat ze zomaar een heel weekend van huis zou durven! Maar het verlangen naar paarden was groter dan haar angst voor het onbekende. En ik? Ik ben trots op haar en heel blij dat ze haar plek heeft gevonden.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven