Alles is een fase, zo ook de peuterpuberteit. “Driftig overdag ja”, zul je wel denken, “maar waarom wil mijn peuter niet slapen als het bedtijd is?” Dat kan verschillende redenen hebben. Zo komt het vaak voor dat een peuter bang is om te slapen.
De 8 meestvoorkomende redenen behandel ik in dit artikel. Plus wat je hieraan zou kunnen doen. Lees goed wat voor jullie van toepassing is en probeer het uit!
Redenen waarom een peuter niet wil slapen
Peuter is bang om te slapen
Veel kleine kinderen zijn bang in het donker. Deze angst begint rond de peuterleeftijd en kan, afhankelijk van het kind, nog vele jaren aanhouden.
De één is er gevoeliger voor dan de ander, maar het feit blijft dat kinderen een enorm levendige fantasie hebben. Een verbeeldingswereld waar menig volwassene jaloers op is maar welke er ook toe kan leiden dat een peuter bang is om te slapen.
De keerzijde is dat de hersenen van kleine kinderen nog niet ver genoeg ontwikkeld zijn om fictie en realiteit van elkaar te onderscheiden. Dit zal je dus ook gaan merken bij je peuter, die in het donker dingen gaat zien, die er in werkelijkheid niet zijn.
Jij als ouder kan dan wel zeggen dat het niet echt is, maar voor je peuter voelt het wel heel echt. “Ik zie het toch? Dus het is echt.”
Een schim in de kamer, een schaduw op de muur of een monster onder het bed. Het maakt hem of haar bang om te gaan slapen.
Dat je het niet af moet wimpelen als iets dat niet bestaat, betekent dan niet direct dat je er helemaal in mee moet gaan. Als je er namelijk een te groot ding van maakt, geef je het teveel aandacht. En alles wat je aandacht geeft, groeit.
Tips als je peuter bang is om te slapen
De ervaring leert dat deze tips doorgaans beter werken om je kindje te helpen over zijn of haar angst heen te komen:
- Niet teveel indrukken van bijvoorbeeld de tablet en televisie vlak voor het slapengaan. Als je ongeveer een uur voor het slapengaan zorgt dat je peuter iets rustigs doet, bijvoorbeeld lezen, kleuren of puzzelen, dan kunnen zijn of haar hersenen ook geleidelijk tot rust komen. Daardoor valt je kindje makkelijker en sneller in slaap.
- Kleine kinderen maken van alles hun eigen verhaal. Zorg daarom dat je peuter geen dingen ziet, leest of kijkt wat eng kan zijn. Of waar hij of zij nog te jong voor is. Dat kan namelijk een geheel eigen leven gaan leiden in dat kleine hoofdje van je prinsje of prinsesje. Met alle gevolgen van dien.
- Een positief verhaaltje voorlezen voor het slapengaan. Iets waardoor je kleintje zich veilig voelt. Dat kan een wereld van verschil maken.
- Nog even bij je peuter blijven als je hem of haar hebt toegedekt om bijvoorbeeld de dag door te nemen of samen in slaap te vallen, geeft ook vaak veel rust als hij bang is om te slapen.
- Één of meerdere nachtlampjes in de stijl die je peuter leuk vindt plaatsen kan erg effectief zijn. Zo is het niet TE donker. Je kindje kan zijn of haar kamer overzien en dat geeft een gevoel van veiligheid.
- Mocht je peuter, na alle bovenstaande punten, nog steeds regelmatig bang zijn voor monsters, kun je altijd nog anti-monsterspray uitproberen. Een monsterspray maak je makkelijk zelf. Je pakt gewoon een leeg parfumflesje of iets dergelijks en vult het met water. Vervolgens spray je, samen met je peuter, in zijn of haar kamer en zeg je erbij “ga weg monsters!” En dan zijn ze weg, want monsters kunnen daar niet tegen. Dat geldt uiteraard niet alleen voor monsters, maar kun je uitproberen voor alles waar je peuter bang voor is.
Je peuter wil zelf bepalen
Je herkent het vast wel van je eigen peuter: “Zelf doen!” En daar hoort ook zelf willen bepalen bij als het gaat om slapen.
Dit gezellige gedrag toont zich niet alleen overdag, maar zo ook in de avond tijdens het naar-bed-breng-ritueel.
Opdrachten geven en commanderen werken dan vaak averechts. Dit is een kwestie van slim communiceren, dingen anders formuleren en waar nodig omgekeerde psychologie gebruiken.
Alles om ervoor te zorgen dat het ‘lijkt’ alsof je peuter hetgeen op dat moment zelf bepaalt. En dat kan, met een beetje oefening, heel goed uitpakken. Let maar op!
- “Ik wil niet tandenpoetsen”. Oké, prima, dan ga ik met jouw tandenborstel tandenpoetsen. “Nee, ikke! Ikke!”
- “Mama is moe. Ik ga in jouw autobedje slapen.” En in no time ligt je peuter in zijn of haar eigen bedje.
- “Tristan, mama snapt niet zo goed hoe dit moet. Wil je mij helpen?”
- “Aurora, zullen we een wedstrijdje doen wie het eerste haar pyjama aan heeft?”
Als je peuter verlatingsangst heeft en daarom niet wil slapen
In verschillende fases van zijn of haar leven kan een mens verlatingsangst ervaren. Zo ook tijdens de peuterperiode. Dit hoort bij de leeftijd en de ontwikkeling, maar het kan natuurlijk wel vervelend zijn als je er dagelijks mee te maken hebt.
Een peuter met verlatingsangst heeft vooral behoefte aan veiligheid en vertrouwen. Je peuter is eigenlijk bang om alleen te slapen.
Zorg dus dat je die behoefte vervult en dan zul je zien dat het al snel de goede kant op gaat. Hieronder volgen wat voorbeelden om veiligheid en vertrouwen te scheppen. Zo wordt je peuter minder bang om te gaan slapen.
- Altijd gedag zeggen en aangeven wanneer je er weer bent. Niet stiekem wegsluipen dus. Bij het naar bed brengen betekent dat een vast bedritueel, samen een boekje lezen of nog even kletsen met elkaar. Wanneer je de kamer verlaat, wens je je peuter welterusten en geef je aan dat je elkaar weer ziet als het ochtend is / licht is / het schaapje groen is, enzovoort. Je komt dus weer terug.
- Als je kindje niet genoeg heeft aan het voorbeeld hierboven, kun je als toevoeging nog aangeven dat papa en mama altijd in de buurt zijn als er wat is of als je kindje je nodig heeft.
- Nachtlampjes aan doen en eventueel het zolderlicht aan laten in de avond kunnen bijdragen aan een veilig gevoel.
Niet willen slapen door grenzen verleggen en uitproberen
Iedere ouder vindt dit vermoeiend, maar het zal in elke fase van het opgroeien weer terugkomen; grenzen verleggen en uitproberen.
De peuterpuberteit is hierop zeker geen uitzondering! Je merkt vanzelf wanneer het weer zover is als je peuter. Je kind is niet bang om te gaan slapen, maar is tegendraads en:
- werkt niet mee met het bedritueel;
- doet met opzet dingen verkeerd of anders;
- gaat express extra langzaam of vervelend doen;
- blijft telkens weer (met of zonder excuses) uit zijn of haar bed komen;
- haalt het bloed onder je nagels vandaag en stelt je geduld enorm op de proef
De enige, meest effectieve, oplossing om door deze periode heen te komen en weer in rustiger vaarwater terecht te komen is door het lijntje weer wat strakker te houden.
Neem dus nog eens goed de regels door met betrekking tot wat wel en wat niet mag. Wat wordt wel en niet niet getolereerd en wat zijn de consequenties als je kindje zich daar niet aan houdt. Dat allemaal op het niveau van de leeftijd van je kind natuurlijk.
Houd er rekening mee dat je peuter het minstens één keer ook zover gaat schoppen dat het tot een consequentie komt en voer deze dan ook echt uit.
Zo weet je kleine boef dat je meent wat je zegt en dan gaat hij of zij pas nadenken of zijn of haar gedrag wel zo verstandig is. Dat is dan ook meteen les 1 van “oorzaak en gevolg”.
Je peuter wil niet slapen door de overgang naar een nieuw bed
Als wij in een ander bed slapen, slapen we meestal niet zo lekker als thuis.
Dat ervaart je peuter ook met de overgang naar een nieuw bed, zonder dat hij eigenlijk bang is om te gaan slapen.
Sterker nog, hij of zij reageert daar vaak nog even wat gevoeliger op. En al helemaal in deze leeftijdsperiode, wanneer het meestal gaat om de overgang van ledikant naar een peuterbed met een fijn matras!
Dat is nogal een omschakeling. Je kunt bijvoorbeeld te maken krijgen met:
- rommelig slapen;
- niet in dit gekke bed willen slapen;
- in de nacht wakker worden van je peuter en bang zijn om te slapen in dit “vreemde” bed;
- uit het bed vallen, omdat het niet meer de ledikantbescherming biedt;
- in de nacht of vroege ochtend zelf uit bed komen (eerder dan de bedoeling is).
Om deze periode en de overgang van ledikant naar peuterbed makkelijker te maken, kun je bij het aanschaffen van een peuterbed vooral rekening houden met het volgende:
- Kies een model dicht bij de grond;
- een model met een lage instap;
- een peuterbed met een wat opstaande rand aan de buitenkant dat uit bed vallen minder makkelijk maakt;
- kies vooral een van deze leuke kinderbedden uit in de stijl die je peuter leuk vindt! Bijvoorbeeld een autobed voor onze kleine autofans of een prinsessenbed voor onze kleine prinsesjes!
Als je hier rekening mee houdt, scheelt dat al een hele hoop! Je kind wil er dan vaak wel met alle liefde in slapen en dan blijft alleen de kwestie van wennen nog over.
Het kan verstandig zijn om tegelijkertijd met de overgang naar een peuterbed, een slaaptrainer aan te schaffen, zodat je peuter weet wanneer hij of zij nog moet slapen en wanneer hij of zij uit bed mag komen / het ochtend is.
Zazu het schaap is bijvoorbeeld een degelijke slaaptrainer met veel goede ervaringen en gebruiksvriendelijk.
Als je kleintje dan toch soms nog uit bed komt, kun je hem of haar op de slaaptrainer wijzen en wat ook alweer de bedoeling is.
Je peuter is te moe en heeft een te drukke dag achter de rug
Kinderen zijn heel gevoelig en kunnen zich lang niet zo goed afsluiten als volwassenen. Na een drukke dag is dat dan ook zeker te merken, zo ook bij peuters. Dus ook al is je peuter nietbang om te gaan slapen; hij of zij kan de slaap gewoon niet pakken.
Ze hebben een overload aan prikkels binnen gekregen en weten nog niet zo goed hoe ze dit op een goede manier kunnen verwerken.
Naarmate het einde van de dag nadert, worden ze heel moe, TE moe om te kunnen slapen. Dat uit zich vervolgens in vervelend, dwars, emotioneel en hyperactief gedrag, vanwege die overload aan prikkels die zij hebben opgedaan.
Je begrijpt dat je peuter op deze manier never nooit gaan slapen als het bedtijd is, ook al is hij niet bang. Eerst zal hun hoofdje leeggemaakt moeten worden of in ieder geval tot rust moeten worden gebracht. Dit kun je doen door:
- ze geen schermtijd meer te geven;
- geen radio of ander (hard) geluid te produceren;
- iets rustigs te laten doen, zoals lezen, puzzelen of kleuren;
- een boekje voor te lezen;
- een hoofdmassage te geven;
- de dag door te nemen aan het einde van het slaapritueel om rustig alles een plaatsje te kunnen geven om vervolgens te kunnen gaan slapen.
Je peuter is te wakker om te gaan slapen en wil dus niet
Tegenover TE moe, staat TE wakker. Ook dit kan voorkomen bij kleine kinderen als ze bijvoorbeeld een te rustige dag hebben gehad met te weinig beweging en uitdaging.
Bij peuters kan het zelfs nog komen door een -per ongeluk- middagslaapje die ze eigenlijk niet meer nodig hebben. Je voelt hem al, dan zijn ze nog veel te wakker om te kunnen slapen.
In dit geval zouden de volgende tips uitkomst kunnen bieden:
- Een uurtje later naar bed brengen;
- een warm bad voor het slapen gaan;
- een beker warme melk voor het slapen gaan;
- kleuren, tekenen, puzzelen of lezen;
- een heel lang of pittig verhaal voorlezen voor deze keer, zodat je peuter moe wordt.
Er zijn veranderingen in persoonlijke situatie of spannende tijden
Tenslotte hebben veranderingen in de persoonlijke situatie en spannende tijden ook een grote invloed op het slaapgedrag van je peuter. Denk hierbij bijvoorbeeld aan;
- verhuizing;
- Sinterklaastijd;
- eigen verjaardag in zicht;
- bijna naar de basisschool;
- peutersurvivalzwemmen.
Deze lijst kun je natuurlijk nog eindeloos aanvullen! Net wat van toepassing is op jullie persoonlijke situatie.
In al deze gevallen gaat het vooral om spanning. Teveel spanning waardoor je peuter niet kan slapen.
Hierdoor wordt je kind zenuwachtig, onzeker en druk in het hoofd. Kortom, teveel spanning vraagt om ontspanning.
- Leid je kind af met andere dingen dan hetgeen waar hij of zij zich druk om maakt;
- schep vertrouwen in de situatie, zodat je kind zich er niet zoveel zorgen meer om maakt;
- moedig je peuter aan;
- breng je peuter tot rust “alles is geregeld, alles komt goed, lekker slapen, als je later als het licht is wakker wordt is het al ochtend”, enzovoort.
Zo zie je maar, voor alle obstakels bestaan oplossingen. Ook als je peuter te bang is om te slapen. Als je maar ruim genoeg denkt en vooral logisch nadenkt.
Een goed voornemen voor het nieuwe jaar! Wat heeft voor jullie goed gewerkt? Of wat gaan jullie uitproberen?