Akelig vroeg staan we voor het hotel, bepakt en bezakt. Mijn lichtgewicht bagage verdient die naam niet meer. Omdat ik een groot aantal boeken van Jop meeneem, heb ik er een tas bij moeten kopen. En een prachtige tas, een echte Dalinese meer veel borduurwerk en pompoenen. We worden opgepikt door een klein busje, dat al vol met mensen zit en volgestouwd is met koffers en tassen, we passen er nog maar net bij. Nog geen kilometer verder stopt de driver weer om nog iemand binnen te laten. Gelukkig zijn we snel bij het busstation. Na wat overstap-gedoe kunnen we gaan: bye bye Dali. Weemoedig kijk ik om me heen, zie het prachtige Cangshan gebergte beschenen door de vroege zon. Er ligt nog steeds wat sneeuw op de toppen, met recht een schitterend gezicht. We bereiken Kunming snel, in ruim vier uur bussen zijn we er. Na het uitstappen worden we in no time omringd door willige drivers. Ze rukken zowat mijn briefje met Chinese beschrijving uit mijn handen. Beginnen meteen te onderhandelen over de prijs. We kiezen voor een echte taxichauffeur, een aardige kerel die weet dat ze in Nederland houten schoenen dragen. Hij wil ook nog met Jop over voetbal praten, maar dat is toch wat moeilijk met iemand die al bijna vijf jaar weg is uit Nederland. waarschijnlijk weet die man meer over onze helden, dan Jop. Ik heb een luxe hotel gereserveerd, een vijfsterren! Aangezien dergelijke kosten hier tien keer minder dan die van ons zijn, valt de prijs voor dit luxe onderkomen alleszins mee. Onze bagage wordt keurig naar boven gebracht door een keurige jongeman en nee, hij wil geen fooi. Dat is hier niet de gewoonte: fooien. Ik kan daar wel van genieten, van prachtige kamers, het hoogpolig tapijt, voorkomend personeel dat goed Engels spreekt. Ik zie dat Jop het wel gaaf vindt, zijn oogjes glimmen en hij kijkt goedkeurend om zich heen. Na het installeren verkennen we de omgeving. Met werkelijk waar open monden lopen we rond, kijken vooral veel omhoog. Alles is hier groot en in de hoogte gebouwd!
Het hotel ligt naast een nieuw shoppingcenter waar louter dure Europese èn Amerikaanse winkeliers gevestigd zijn. Tommy Hilfiger bijvoorbeeld, wat zou je daar van zeggen? En er is een Starbucks! Wie had dat gedacht?! Aangezien Jop een nieuw jasje wil, struinen we door wat van die dure kledingzaken. ‘Nou Jop, de prijzen zijn dus ook West Europees’, roep ik uit. We zijn bij Zara beland, in ons land toch niet de duurste. ‘Hier kost een jasje 120 euro, voor een gemiddelde chinese jongere moet dat toch onbetaalbaar zijn!’ Uiteindelijk slaagt hij goedkoper, maar ik merk dat hij door het personeel met alle egards wordt behandeld: een rijke Westerling! We besluiten ‘ons laatste avondmaal’ boven in het hotel te nuttigen, op 28 hoog. Daar aangekomen blijkt er een bruiloft gaande: het is er volle bak en een hels kabaal. Omdat we moe zijn, geen zin hebben in gezoek naar een eethuisje in die megagrote drukke stad, vragen we de roomservice een hapje van het een of ander te brengen. En zo eten we heerlijk rustig, in mijn kamer op 24 hoog. Onder ons de lawaaierige stad, het lijkt wel kermis, zo’n lawaai. ‘Goed idee van je, Jop’, prijs ik hem. Want het idee kwam van hem. Na het eten kletsen we nog wat, onder andere over Thailand dat nog steeds te kampen heeft met overstromingen en dat hij voor meditatie misschien toch uitwijkt naar Maleisie. Ineens voel ik me doodmoe en niet zo lekker worden. Ik ga er maar een beetje bij liggen, voel mijn buik rommelen. Jop helpt me de boel wat te verlichten met behulp van een yoga-oefening. Ondanks dat het verlichting brengt, ben ik toch ook heel moe. Koortsig zelfs. Ineens merk ik dat ik lig te pitten en Jop naast mij zit, op de vloer, doet hij oefeningen en mediteert. Als ik wakker word, kijkt hij me rustig aan en we glimlachen naar elkaar. Dan nemen we afscheid, het is half tien en al om vijf uur morgenochtend worden we wakker gebeld door de receptie. Jop vertrekt om half zes naar Kunming airport voor zijn vlucht naar Bangkok.