Nadat je dan eindelijk voor de laatste keer de deur van het consternatiebureau achter je hebt dicht getrokken, dient de volgende hindernis zich aan. Juist, de schoolarts. Voordat je kind wordt toegelaten tot groep drie, mag hij zich eerst even melden bij deze wonderdokter die gaat beoordelen of je kind wel schoolrijp is.
Dat dit bezoek iets meer voorbereiding behoeft dan een bezoek aan het consternatiebureau, ligt voor de hand. Immers een kind van zes of bijna zes is iets mondiger dan een baby van veertien maanden. Zeker een met wat oudere broers. Die kraamt er immers af en toe dingen uit waarvan je denkt, stop even: zo ook in dit geval. We waren nog niet binnen bij de assistente of zijn moeder kreeg al een enorm : ”ik kan wel door de grond zakken” moment. ‘Wat ben u oud en dik,’ was het eerste dat mijn kleine man zei toen wij ons langs haar heen door de deur naar binnen wurmden. Hij had gelijk, maar toch. Gelukkig kon ze het hebben.
Nadat we hadden plaatsgenomen verzocht ze hem vriendelijk of hij wat lijntjes binnen een lijntje kon trekken, een cirkel kon maken, wat stipjes kon zetten en nog meer van die “onzin”. ‘Kun jij dat dan zelf niet,’ vroeg hij met grote onschuldige ogen. Ik hem zag denken: tjonge, jonge. ‘Ja wel hoor’, antwoordde ze vriendelijk, ‘maar ik wil even weten of jij het ook kan en dan kan ik ondertussen even met je moeder praten.’
‘Over mij zeker’, zei hij, niet voor één gat te vangen. ‘Dat is altijd zo, als ik moet tekenen gaan ze het over mij hebben.’ Ja daar zit je dan met je goede gedrag. Na nog wat meer geneuzel mocht hij op voor de gehoortest. ‘Hoort hij goed?’ Ja hoor prima. Hij is willekeurig Oost-Indisch doof ,maar verder hoort hij prima. Als ik vraag wil je chips, een snoepje, buiten spelen, tv kijken of wat langer opblijven hoort hij mij uitstekend. Maar bij de vraag ga je mee naar boven want je moet naar bed, eet je bord leeg, of we gaan naar school, lijkt hij nog dover dan het hele plaatselijke bejaardentehuis bij elkaar.
Na deze test waren we zover dat we naar de echte dokter mochten. Omdat meneer al niet zo’n liefhebber is van een bezoek aan de huisarts had ik hem van te voren een klein beetje voorbereid. Ook had ik er nog even snel een lesje anatomie tegen aan gegooid. Na het, waar zitten je wenkbrauwen en wimpers, alsof hem dat iets kan schelen, volgt het héél diep inademen en naar je hart luisteren waarna langzaam wordt afgedaald naar het: wat zit er in je boxershort moment. Nu weet ik inmiddels heel goed dat kleine jongetjes dat helemaal niet leuk vinden. De arts weet dit ook. Voordat ze direct naar zijn kruis greep vroeg ze heel voorzichtig of hij wel twee balletjes had en of hij die ook kon voelen en dat wel eens deed. ‘Nee’ zei hij, ‘natuurlijk niet, mijn broers wel, die zitten de hele dag met hun handen in hun broek tv te kijken. Maar ik niet, want dat mag niet van mama, die vindt dat niks.’ Ook goedemorgen. Ze zal wel denken. Rare bedoening daar thuis. Toch schijnt het erbij te horen. Vanaf een jaar of zestien is er niets leukers dan met je handen in je broek languit voor de tv te liggen. Dat het niet helemaal de bedoeling was dat hij dat hier allemaal ging vertellen, kon hij natuurlijk ook niet weten. Op heel veel vragen had ik hem voorbereid, maar dit had ik nou net even niet vermeld. Hier had moeder weer eens een héél diep adem in en adem uit moment.
Gelukkig kon hij goed hinkelen, springen, huppelen en had op iedere vraag van haar wel een raak antwoord. Met als gevolg dat het dossier voorlopig wordt gesloten. Stempel voor goed gedrag er in. Tot het bereiken van de 12 jarige leeftijd hoeven we ons niet meer te melden. Hoewel ik bijna met zekerheid durf te stellen dat we dat bezoek zullen overslaan. Ons zien ze nooit meer terug. Hooguit voor een of andere injectie.
Artikelen die algemeen zijn, of ingezonden zijn door lezers van ons, maar niet door een vaste blogger, die staan verzameld onder 'MamsatWork'.