Zoonlief zit sinds een paar weken in groep 8. Een spannend jaar voor de kinderen. Meer huiswerk, twee werkstukken en een spreekbeurt. Eind van het jaar een “oefen Cito” en in februari de echte Cito-toets.
Ook een spannend jaar voor ons als ouders. In november is er een gesprek met de leerkracht om alvast een indicatie te krijgen van het niveau van je kind. Dit zodat je als ouders samen met je kind heel gericht passende scholen in het voortgezet onderwijs kunt gaan bezoeken. De meeste scholen hebben in januari open dagen en eind van die maand moet de schoolkeuze doorgegeven worden. Na de uitslag van de Cito-toets in maart worden de kinderen aangemeld bij de school van hun keuze en horen we een maand later of ze ook daadwerkelijk aangenomen zijn.
Daarna is het flink oefenen voor de musical, die op de afscheidsavond in juni opgevoerd zal worden. Of zoonlief hierin een rol zal spelen, is bedenkelijk. Hij is net als ik en hoeft niet zo nodig op de voorgrond te staan.
Maar zover is het natuurlijk nog lang niet. Eerst was er vorige week het schoolkamp. De school heeft er bewust voor gekozen, dit evenement in september plaats te laten vinden. Voornamelijk omdat er aan het eind van het schooljaar al zoveel dingen gepland staan en het ook wel leuk is om aan het begin van het schooljaar gezamenlijk iets te doen.
Alle vier de groepen 8, in totaal 104 kinderen, moesten zich vorige week woensdag met hun fietsen verzamelen bij de school. Een drukte van belang dus, mede omdat ouders af en aan liepen met koffers, weekendtassen en plunjezakken. Vooraf kregen we van de school een lijst met de dingen die zoonlief mee moest nemen. Natuurlijk kleding en toiletartikelen, maar ook een slaapzak en kussen. Die slaapzak hadden wij niet maar kon ik gelukkig bij een vriendin lenen. Verder een zaklamp, extra schoenen, iets te lezen of een puzzelboekje. Ook mocht de MP3 speler mee, maar de mobieltjes moesten thuis blijven! Tja, heel begrijpelijk natuurlijk.
Rond 9 uur stonden de kinderen twee aan twee “opgesteld” en konden ze vertrekken, begeleid door diverse leerkrachten en ouders die zich als vrijwilliger op hadden gegeven om mee te fietsen. Wij stonden met vele andere ouders, opa’s en oma’s en kinderen langs de kant van de weg te zwaaien tot ze uit het zicht verdwenen waren. Wel vreemd. Nu zouden we pas vrijdagmiddag weer iets van onze kinderen horen en zien.
Vrijdagmiddag om 2 uur stonden we weer bij de school, nu te wachten tot de kinderen terug zouden komen. In gesprek met andere ouders merkte ik dat ook zij hun kind gemist hadden. Vooral het feit dat je geen contact had kunnen zoeken, werd als moeilijk ervaren. We hoorden al snel dat de stoet door lekke banden en afgevallen kettingen vertraging op had gelopen en niet op tijd zou zijn. Ach, dat maakte ook niet uit. We waren er nu toch en onze kinderen kwamen er aan. Dan maar iets later.
Het werd uiteindelijk 3 uur toen we ze in de verte aan zagen komen. Ik moet bekennen dat ik heel blij en opgelucht was mijn zoon weer gezond een wel terug te zien. Op mijn vraag hoe het geweest was, antwoordde hij: “Nou gewoon, saai.”
Ik moest er inwendig wel om lachen, wetende dat hier een behoorlijke portie stoer doen achter zat.
Later kwamen de verhalen wel los en bleek dat het allemaal wel mee viel met dat “saai” en hij het best naar zijn zin had gehad.
De kop is er dus af wat betreft dit laatste schooljaar. Nu de rest nog!