Schoolpleinmoeder

Met Jongste onder de arm, één kind aan de hand en Oudste aansporend op te schieten, betreed ik het schoolplein. De eerste bel is al gegaan, met het loeien van de volgende hoort iedereen in zijn of haar klas te zijn. Ik heb hooguit vier minuten om twee groepen aan te doen.

‘Zijn jullie nu weer zo laat?’ vraagt de moeder van drie waarvan de oudste natuurlijk allang op haar stoeltje in groep 1 zit. Naast de compleet uitgeruste moederfiets met in het voorste zitje haar jongste, staat haar dochter, type Hollands Glorie. Ze heeft de knuistjes stevig om het fietsstuur geklemd en kijkt met grote blauwe ogen naar haar voorbeeldige ouder op. Vanonder de fietshelm piepen twee strakgetrokken vlechtjes.

‘Tja, het was weer haastwerk vanochtend,’ zeg ik terwijl ik Middelste met de hand vooruitduw en zuchtend de klitten in haar haren aanschouw.

‘Vroeger opstaan wil wel eens helpen,’ zegt ze.

‘Nou, met drie kinderen…’

‘Die heb ik toch ook?’

‘Kom meiden, we moeten naar binnen,’ snauw ik. ‘Anders zijn we alsnog te laat.’

‘Stap maar weer op,’ hoor ik achter me.

Eenmaal in de auto peins ik over hetgeen de collega-moeder heeft gezegd en kom ik tot de conclusie dat ik alles verkeerd doe. Elke schooldag ben ik genoodzaakt mijn kinderen te manen tot opschieten. Aankleden, eten, tandenpoetsen, haren kammen; onmogelijk zonder coaching. In het begin van de ochtend lukt dit me nog met enige kalmte in mijn stem, maar met het tikken van de klok leg ik geleidelijk aan meer volume in mijn stemgeluid tot ik uiteindelijk zowat de geluidsbarrière doorbreek en krijsend beveel dat ze de auto in moeten stappen, want fietsen kost nog meer tijd. Ik voel me zo’n beetje de slechtste moeder van de wereld.

’s Middags tegen 15.00 uur geef ik weer acte de présence aan de schoolpoort en sta ik een stuk relaxter in het zonnetje, de autosleutels rinkelend in mijn hand.

‘Ga hier de stoep maar op!’ klinkt het achter me en ik kijk om. Vervaarlijk met het vervoermiddel zónder zijwieltjes zwalkend rijdt de driejarige het schoolplein op.

‘Zo, daar zijn we weer!’

Mijn tweejarige ventje heeft een croissant in zijn vuistje en kruimeltjes rond zijn mond.

‘Ben je zo lekker aan het eten?’ zegt ze met hoge stem tegen hem en draait zich naar me toe. ‘Ik geef die van mij altijd een rijstwafel als tussendoortje, dan eten ze ’s avonds tenminste een beetje fatsoenlijk.’

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven