slachtoffer van vandalisme

Burgemeesters vogelvrij

Steeds meer burgemeesters volgen een agressiecursus om zich op die manier beter te leren wapenen tegen agressie en bedreigingen. ‘Helaas nodig’, zegt een woordvoerder van het Genootschap van Burgemeesters. ‘Het bedreigen van lokale bestuurders is “gewoon” geworden.’

Het vandalisme in Nederland neemt fors toe. Scholen, auto’s, bushokjes, groenvoorzieningen en straatmeubilair zijn niet meer veilig. Meer dan honderdduizend vernielingen kosten de gemeenschap per jaar miljoenen aan gemeenschapsgeld. Plus nog eens het spaargeld van de burger die zelf maar een nieuwe plantenpot, deurbel of schuttingdeur betaalt.
Vandalen handelen vaak uit verveling en het liefst in groepsverband. Frustratie omdat ze geen hangplek krijgen, niet op straat mogen drinken of gewoon omdat het verwende, wandelende hormoonbommen zijn. Een straf van Bureau Halt (als die al wordt uitgedeeld) wordt vaak als een stoer tussendoortje beschouwd en er wordt in de groep over gepocht.

Wanklank
Wat mij trof in het bericht van afgelopen woensdag, was de aandacht voor de – absoluut zeer verwerpelijke en schandalige – molestaties waaronder lokale bestuurders te lijden hebben. Maar… menig burger zal het bericht hebben gelezen en misschien stiekem hebben gedacht dat het helemaal niet zo erg is wanneer een burgemeester of wethouder aan den lijve ondervindt wat het is om slachtoffer te zijn van zinloze vernielzucht. Want er wordt in Nederland al heel veel jaren gezucht en gemopperd over de vaak in het weekend voorkomende overlast van jongeren. Hetgeen op zich eigenlijk heel vreemd is. Is immers niet bijna iedere zuchtende volwassene de ouder van een jongere die op het moment dat pa en ma in de sponde zich nog eens omdraaien, met het grootste gemak een paar honderd euro vernielzucht tentoon spreidt? We hebben toch zelf ‘de jeugd van tegenwoordig’ opgevoed met in ons achterhoofd de wanklank van die term nog naresonerend. Want ooit werden we zelf ook zo genoemd en wat hadden we een bloedhekel aan die generaliserende opmerking.

Vandalismeladder
Dat laat onverlet dat vernielzucht, schade en bedreigingen elke week de krant halen. Gemeentes plaatsen een vandalismeladder waarop de bedragen per maand zelden onder de tienduizend euro uitkomen.
Maar hoe zit het met het verhalen van die schade? De overheid wil enerzijds geld zien omdat anders de gemeenschapspot moet worden aangesproken. Anderzijds willen bestuurders een signaal afgeven dat wangedrag niet loont. En dáár wrikt het. Zelfs op micro-niveau is onfatsoenlijk gedrag lonend. Praktisch voorbeeld: een plantsoen dat in tijd van drie jaar voor de helft is geruïneerd dankzij struinende en spelende jeugd. Die paaltjes sloopte, afzetdraden vernielde en planten plat trapte. Het resultaat: een gemeente die de ontstane situatie wil legaliseren want: het is nu eenmaal zo.

Wc-tuin
Het zijn vaak de goedwillende burgers die er nog wel iets van zeggen, maar worden beloond door een stevige portie pestgedrag door het opgeschoten grut dat zich ‘uiteraard niets laat zeggen’. Nee natuurlijk niet, op je zestiende heb je het volste recht om de vreselijke scheldwoorden te gebruiken, je lam te zuipen en te roken en andermans tuin als toilet te gebruiken. Als je daarvoor op je vingers wordt getikt, kom je terug met je maten en gaan de eieren tegen de ramen, vervolgens de stenen en tenslotte de schutting plat. Zijn die ouwe lullen nou helemaal besodemieterd om mij als stoere gozer iets te verbieden. Het gevolg is een onhoudbare situatie waarin de avonden en de weekenden door de bewoners worden gevreesd. Als je dan leest dat het de burgemeester ook overkomt, kán dat dus een moment van verademing bieden. Maar wat voor jou geldt, geldt ook voor een bestuurder: je doet het gewoon niet.
Gelukkig is er voor de materiële schade –hoewel lastig- wel een manier om die te verhalen. Youtube heeft al menig dader parten gespeeld. Bovendien is het geen probleem als je er twintig jaar over doet. Je moet er niet aan denken, maar eerlijk is eerlijk: schade moet betaald. Soms wordt overgegaan tot groepsverhalen. Daarbij wordt de best vermogende uit een groep aangepakt en die mag zelf maar weer zien hoe hij het geld van zijn vriendjes krijgt.

De beste oplossing ligt echter nog altijd thuis. Opvoeden houdt niet op als ze eenmaal zindelijk zijn. Onderzoek heeft uitgewezen dat maar heel weinig ouders weten wat hun tieners buiten uitvreten. De opmerking: ‘Dat kan die van mij niet zijn, die doet zoiets niet’, klinkt elke politieman uitgekauwd en als onwaar in de oren.
Hoe zit dat met uw tieners? Misschien geen raddraaiers, maar meelopers zijn ook daders. Dat wil niemand, ook uw tiener over twee jaar niet, maar ondertussen is de schade aangericht.

Reageren op deze column? Dat kan hieronder. Laat weten wat u ervan vindt en geef uw mening.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven