Staatsgeheim, door Ingrid de Bruijn

Zal ik jou eens wat vertellen. Je mag het echt helemaal tegen niemand verder vertellen hoor. Nee natuurlijk niet. Dat mocht jij vast ook niet. Daarom sta jij mij hier nu tussen de rekken van het maandverband en de deo te vertellen dat de moeder van dat jongetje met dat donkere haar vreemd gaat met de vader van, je weet wel, dat meisje met die vlechtjes. Die leuke vent met die Jeep. En nu is ze ook nog zwanger en ze weet niet van wie. Maar het moet wel onder ons blijven hoor. Niemand, maar dan ook echt niemand, mag het weten. Ik heb dan ook met mijn hand op mijn hart gezworen dat ik het niet verder zal vertellen. Behalve tegen jou dan, omdat ik zeker weet dat jij het niet verder vertelt. Jij vertelt echt nooit iets verder. Nee, ik niet, maar jij dus wel. Want nadat je alle boodschappen in je mandje hebt gekieperd, weet je niet hoe snel je thuis moet komen om de rest van je vriendenkring van dit enorme geheim op de hoogte te brengen. Ach, van je vrienden moet je het maar hebben, zal ik maar denken. Die moeder had het beter meteen in de krant kunnen zetten.

Je spot ze al van verre op het schoolplein. Als ze dan ook nog stoppen met praten op het moment dat jij langs loopt, kun je er zeker van zijn dat jij in dit geval het onderwerp van gesprek bent.

Nu is er één ding dat ik van mijn moeder heb geleerd. Wanneer iemand je iets in vertrouwen vertelt doet hij of zij dat niet voor niks. Daarom zal ik nooit, maar dan ook nooit, doorvertellen wat echt binnenskamers hoort te blijven. Wat heb je er aan om iemand nodeloos te kwetsen of verdriet te doen door het toch door te vertellen? Bovendien weet je dan zeker dat ze je nooit meer zullen vertrouwen. Dit betekent niet dat ik vies ben van een vette roddel. Natuurlijk niet, kom op zeg, ik ben ook maar een mens of vrouw kan ik beter zeggen. Maar vertrouwen is vertrouwen. Zulke ontboezemingen vertel ik zelfs niet aan mijn verloofde. In de eerste plaats omdat het hem echt niet interesseert wie het nu weer met wie doet. Als ik dat ook nog allemaal moet gaan bij houden, zucht hij dan. Verder omdat hij, gezien de drukte op zijn werk, het de volgende dag toch al weer vergeten is. Het komt dan ook wel eens voor dat op het moment dat een geheim toch openbaar wordt gemaakt hij tegen mij zegt. En dat wist jij? Ja. En dat heb je niet tegen mij verteld? Nee. Waarom niet? Nou omdat ik het niet verder mocht vertellen. Zelfs niet tegen mij? Misschien wel, maar dat doe ik niet, zelfs niet aan jou. Ook al weet ik voor 99% zeker dat hij het niet verder vertelt. Ik sluit ieder risico uit.

In mijn vriendenkring zijn er echt heel weinig mensen die ik in vertrouwen kan of durf te nemen. Verder dan drie zal ik niet komen. Gelukkig heb ik weinig te verbergen. Maar eigenlijk is het toch te triest voor worden.

Dat een hele grote groep het heerlijk lijkt te vinden om te teren op andermans ellende en verdriet.

1 gedachte over “Staatsgeheim, door Ingrid de Bruijn”

  1. En zo ist maar net!
    Zo heb ik eens op het schoolplein gestaan terwijl
    iemand achter mij het had over een stel dat uit elkaar
    ging, in geuren en kleuren vertelde ze het verhaal.
    Terwijl ik stond te luisteren was het zo herkenbaar.
    Wat bleek, het ging over ons, over mij en toen ik
    haar aankeek had ze werkelijk geen idee wie ik was, bizar hè?

    Je tekst geeft weer stof tot nadenken…

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven