Taalfouten: óf je hebt er schijt aan (excusez le mot), óf ze halen het bloed onder je spreekwoordelijke nagels vandaan. In dat laatste geval heb je het niet makkelijk. Want god weet dat er de hele dag door taalfouten worden gemaakt. Zeker sinds we via een scherm communiceren, nemen we het allemaal niet zo nauw meer met de spelling. Tenminste, velen van ons niet. En dat heeft dan niets met dyslexie te maken. De rest zit met de handen in het haar. Zeker omdat we nu zitten met taalfouten die niet meer fout zijn. Jawel, mede taal-neuroot, je leest het goed.
Dankzij de taalkundig-neanderthalers in ons land zitten we opgescheept met een veranderende spelling. Oftewel: dingen die vaak genoeg fout gaan, worden goed. En dat doet pijn, als je een taal-neuroot bent.
Voor de taalneuroten… wat doe jij met taalfouten die eigenlijk niet meer fout zijn?
Jarenlang loop je vrienden, familie en collega’s op de vingers te tikken. Taalkundig gezien, dan. Want man o man wat worden er toch een hoop taalfouten gemaakt. Waar een heleboel mensen schijnbaar gewoon overheen kunnen lezen… Maar jij niet. En voor je het weet loop je de halve maatschappij taalkundig te verbeteren.
Zelf ben ik dochter van 2 leraren (u leest het goed: twéé leraren). Mijn jeugd was niet gemakkelijk. Mijn taalgevoel is echter wel overontwikkeld. En dus loop ik nu, net als meester Papa en mama Juf me de godganse dag te ergeren aan taalfouten. En wat blijkt nu? Sommige missers worden zó vaak gemaakt, dat we ons nu druk kunnen maken om taalfouten die niet meer fout zijn. Dan breekt toch je spreekwoordelijke klomp!
Afijn, een rijtje niet fout zijnde taalfouten
Bij taalneuroten werken ze nu eenmaal op onze zenuwen: taalfouten. Maar er zijn ook taalfouten die niet meer fout zijn! Zo blijf je als taalfreak in ieder geval lekker bezig. Check onderstaande taalfouten maar eens.
1. Handvaten
Misschien staat het woord handvaten wel gewoon in jouw woordenboekje. Maar eeuwenlang hebben stapels taalneuroten zich erover opgewonden. Eigenlijk zeg je: handvatten. Maar tegenwoordig mag het gewoon allebei.
2. Over het algemeen
Ook de term “over het algemeen” is tegenwoordig over het algemeen behoorlijk geaccepteerd. Maar ooit klopte er geen snars van. Of je zei “over het geheel genomen”, óf je had het over “in het algemeen”. Maar ach, we mixen wel vaker termen door elkaar. Al draaien een hoop taal-neurotische Nederlanders zich nu om in hun graf.
3. Datums
Zeker mensen met een klassieke opleiding (lees: Latijn in het vakkenpakket) én een talenknobbel zullen zich vreschelijk geërgerd hebben. Het is data, datá! Well, not anymore. Tegenwoordig staat datums ook gewoon in het woordenboek. Of je het nu leuk vindt of niet…
4. Mond-op-mond reclame
Huh, watte? Mond op mond? Dan denk ik toch meteen aan iets heel anders… Toch heeft de term mond-tot-mond reclame concurrentie gekregen. Je mag het anno tegenwoordig namelijk officieel gewoon mond-op-mond reclame noemen. Ik weet het, mede-taal-neuroten. Het is even slikken.
5. Overnieuw
Nog een voorbeeldje van taalfouten die niet meer fout zijn, én pijn doen. Zeker als je niet uit Brabant komt, waar het woord volgens mij al eeuwen geaccepteerd is. Behalve bij de echte taalneuroten natuurlijk. Doe jij dingen nog steeds opnieuw? Want je mag ze ook gewoon overnieuw doen, al sinds 2005 in het Groene Boekje.
6. Frikandel
Oei, en ik maar denken dat ik zo goed weet hoe de Nederlandse taal in elkaar steekt. Maar blijkbaar zijn er zelfs voor mij taalfouten die niet meer fout zijn, en ik stiekem al mijn hele leven maak. Een frikandel heet toch gewoon een frikandel? Officieel niet. Maarre, tegenwoordig mag het gewoon hoor… Dus ik maak helemaal geen taalfout!
door elkaar mixen, is er ook zo eentje 😉