‘Mama, weet je wat ik vroeger altijd deed?’ vraagt mijn zoontje Sam, terwijl ik hem een nachtzoen kom geven. Deze vraag krijg ik de laatste maanden steeds vaker; of ik weet wat hij vroeger altijd deed. Ik probeer dan zo normaal mogelijk te blijven kijken, maar diep van binnen moet ik lachen. Jij, met je acht jaartjes jong, praat al over ‘vroeger’ alsof je een man op middelbare leeftijd bent. Daarnaast weet ik precÃes wat jij ‘vroeger altijd deed’. Ik was er namelijk zelf altijd bij. En als ik er niet bij was, dan was ik er alsnog bij, want Sam was, zoals de meeste peuters, een ware zuignap. Verlatingsangst peuter? Ja, dat kon ik me bij mijn Sam goed voorstellen.
Ik was dan ook volkomen verrast door zijn ontwapende verhaal over zijn vermeende verlatingsangst als peuter.
Verlatingsangst peuter; hij wilde gewoon overal bij zijn
Sam is er zo eentje die bij alles wat je doet erbij is, vragen stelt, wil helpen. Zo eentje die, wat hij ook aan het doen was, mij absoluut op de hoogte wilde stellen. Ik heb ik-weet-niet-hoeveel legobouwwerken bewonderd, aan de lopende band te horen gekregen wat er op de televisie te zien was en ook triviale boodschappen, zoals ‘ik ga poepen’ ontgingen me niet. Al had ik oordoppen ingedaan. Dan nog was ik het op de een of andere manier wel te weten gekomen. Sam was zo’n peuter die, net zoals de meeste peuters, zijn aandacht gewoon lekker opeiste. Als kleuter deed hij dat nog steeds, trouwens.
Ook leuk: peuterpuberteit, ik ben 2 en ik zeg nee!
Wat hij ‘vroeger’ deed
Uiteraard zeg ik dit niet tegen Sam. Integendeel, ik ga op zijn bedrand zitten, strijk door zijn haren en zeg, zogenaamd nieuwsgierig: ‘Vertel! Wat deed jij vroeger altijd dan?’
‘Ik moest toch altijd huilen, als jij me naar Groepje Blauw bracht?’
Ah. Weer een vraag. Ik knik. Dat klopt.
Op de dagen dat ik werkte bracht ik Sam naar het kinderdagverblijf. Hij zat daar in de blauwe groep, vandaar dat hij het steevast Groepje Blauw blijft noemen. Niet op al mijn werkdagen, hoor. Zo’n ontaarde moeder ben ik nou ook weer niet. Nee, twee dagen per week naar Groepje Blauw en twee dagen per week naar opa en oma. Daar voelde ik me dan minder ontaard over. Bij opa en oma is het gewoon zoals thuis. Oh nee, bij opa en oma is het veel leuker dan thuis. Daar mag tenminste alles lekker wél.
Als ik mijn auto parkeerde bij het kinderdagverblijf, keek Sam me al met een beteuterd snuitje aan. ‘We gaan alleen kijken, he?’ vroeg hij dan. ‘En dan ga ik weer met jou mee, mama.’ Hier kwam de verlatingsangst van peuter om de hoek kijken.
Alleen even kijken
Ik antwoordde dan iets in de trant van ‘ja, we gaan even kijken. En jij blijft wat langer kijken, want ik moet werken.’ Om vervolgens met een brok in mijn keel mijn kleine, lieve, kwetsbare mannetje af te leveren – die dat natuurlijk haarfijn aanvoelde en, zodra ik richting de uitgang liep, achter me aan hobbelde, panisch ‘mama, mama!’ roepend. Ik hoef verder niet uit te leggen hoe je je als moeder dan voelt.
Daarom had ik op een gegeven moment wat geregeld: Op lange werkdagen, als Sam de hele dag naar Groepje Blauw moest, liet ik hem na een halve dag alvast ophalen door opa. Achteraf gezien hartstikke overdreven natuurlijk, want een driejarige heeft amper tijdsbesef. Toch deed ik dit, omdat ik ervan overtuigd was dat Sam zich dan veel beter voelde. Of omdat ik me dan minder schuldig voelde over de verlatingsangst bij peuter. Een combinatie van beide redenen is ook goed mogelijk.
Geen verlatingsangst peuter, maar een spelletje
Sam gaat rechtop in bed zitten en kijkt me met een grote grijns aan. ‘Als opa mij kwam halen, ging ik me altijd verstoppen.’
Huh? Dit is nieuw voor me. Dus, dit keer oprecht nieuwsgierig, vraag ik waarom hij dat deed. ‘Je vond het toch altijd zo naar om naar Groepje Blauw te gaan?’ vraag ik. ‘Hoezo ging je je dan verstoppen als opa je kwam halen? Was je dan niet heel blij?’
‘Ik wilde dan nog niet weg. Ik vond het eigenlijk altijd KNAL-LEUK daar,’ zegt Sam.
Van verbazing weet ik even niet wat ik moet zeggen. Ik denk aan alle keren dat ik met een plak in mijn maag afscheid nam. Ik denk aan alle keren dat ik mezelf aan het opvreten was in de file. Aan vergaderingen die uitliepen. Mezelf geen plaspauze gunde onderweg. Telefoongesprekken afkapte. Werk mee naar huis nam…
Het voelt alsof ik langzamerhand verander in een gansje. In een dom gansje welteverstaan.
Al die jaren heb ik me laten leiden door schuldgevoel. Verlatingsangst peuter? Ammehoela! Al die jaren heb ik… zijn toneelstuk geloofd. Hij. Vond. Het. Knal. Leuk.
Ik knipper met mijn ogen en neem zo snel mogelijk mijn moederrol weer aan. Ik geef Sam een dikke kus en zeg: ‘Wat fijn dat je het daar zo leuk hebt gehad. Daar ben ik heel blij om.’
‘Welterusten, mama.’
‘Slaap lekker, schat.’
Ik heb nog geen zin om te slapen tactiek
Terwijl ik door de gang loop, hoor ik hem roepen uit bed: ‘Mama, ik wil nog even iets vertellen, over vandaag.’ Nee, Sam, dat hoeft niet. Daar heb je tot acht uur de tijd voor gehad en nu is het bedtijd. Dit is onderdeel van je ik-heb-nog-geen-zin-om-te-slapen-tactiek. Dat weet ik, want ik ken jou maar al te goed. En ik trap niet in jouw toneelstukjes. ‘Lekker gaan slapen!’ roep ik terug.
Lees ook: dromen kinderen al van jongs af aan ?
Herken jij bij je peuter problemen tijdens het afscheid nemen? Lees dan deze tips eens door of lees het boek ‘wat je peuter vertelt‘ voor als je het even niet meer weet.
Wat leuk weer lieve nicht! Succes met bloggen
en ik blijf je volgen! X
Dank, Ardjo! Ik zal mijn ouders zeker de groeten doen!
Floor, dank voor je compliment. Hopelijk zul je in mijn volgende blogs ook veel herkenning vinden, want gedeelde smart… Ach, je snapt wel wat ik bedoel 😉
Lieve Juliette,
Dat is weer een ontroerend en lief verhaal met een hele aangrijpende foto.
Met plezier gelezen en met genoegen uitgekeken naar het vervolg.
Hartelijke groeten, ook voor de oudelui, Ard Bannink.
Goed geschreven en heel herkenbaar!