‘Was jij al ooit zo verliefd, helemaal verloren’ klinkt het uit de boxen van de televisie. Ik zing mee, zoals ik wel vaker automatisch meezing met die kindermuziek.
Ineens krijg ik een flashback. Ja inderdaad, ik was ooit zo verliefd. Pfff hoelang geleden was dat ook alweer. Ja ik weet het nog, het was in een vakantie met mijn vriendin. Daar in de disco zag ik hem staan en ik was diep onder de indruk. Een paar dagen later raakten we in gesprek en boem…ik was verliefd en helemaal verloren. En ja, het was wederzijds, hij was ook helemaal van de kaart vertelde hij. En ik…ik zweefde, het was te mooi om waar te zijn, hij was te mooi om waar te zijn.
‘Je hart klopt te luid. Je staart voor je uit. Je lippen bewegen maar je maakt geen geluid’ zingt K3.
‘Goh’ denk ik, ‘hoe treffend’. Naast deze jongen kon ik geen woord meer uitbrengen. Ik stond daar maar een beetje kwezelig te kijken en op een vraag kon ik nog maar net ja of nee antwoorden. Verder trilde alles wat maar trillen kon. Ooglid, bovenlip …als zo`n zenuwachtige hazewindhond. Ik kwijlde er nog net niet bij.
‘Je schreeuwt houd de dief!!! Maar komt niet vooruit. Je staat aan de grond genageld
Was jij al ooit eens zo hopeloos verliefd?’ gaat K3 verder. Ik zing mee en ruim ondertussen de vaatwasser uit. Mijn hemel, wat ben ik blij dat ik dat achter de rug heb. Die verliefdheid was niet gezond. Ik leek meer op een gedresseerde circushond dan op mezelf. Doodvermoeiend.
We trokken een paar dagen samen op en op de laatste dag van mijn vakantie maakte hij er een eind aan. Niet aan zijn leven hoor, maar aan de “verkering”. Hij vond dat ik zo stil was, dat ik nooit lachte, met mij viel niets te beleven. “KRAK” zei mij hart.
‘Want iemand die je hart komt stelen. Wil het leven met je delen’ zingen ze nog steeds. ‘Ach’ denk ik met een glimlach ‘hij hield gewoon niet van honden’.