Het lijkt een stuk ingewikkelder dan het is, zelf een lichtplan maken. En mijn ervaring is dat dat ‘gevoel’ extra gevoed wordt door architecten. Wij hadden er helemaal geen ervaring mee, maar hebben uiteindelijk nu bij de verbouwing toch zelf de stoute schoenen aangetrokken en bepaald hoe we het licht willen hebben. Een groot voordeel is dat we inmiddels al bijna 2 jaar in ons huis wonen. Hierdoor hebben we meer kijk gekregen op het licht in huis. Ik vertel je hoe wij tot dit lichtplan zijn gekomen en wat we hebben gedaan om ervoor te zorgen dat het straks compleet is.
Lichtplan maken. Zelf doen of laten doen?
Allereerst wil ik nog even ingaan op het feit of dat je een lichtplan laat maken of dat je zelf een lichtplan maakt. Als je van jezelf erg onzeker bent, of een enorme twijfelkont, dan is het wellicht goed om ook de mening van een expert te vragen. Maar onze ervaring is dat je eigenlijk zelf best wel weet hoe je het licht kan indelen.
Een compleet nieuw lichtplan maken is praktisch als je in een nieuwbouwhuis gaat wonen dat nog gebouwd wordt. Of als je -net zoals wij hebben gedaan- een flinke verbouwing doorvoert. Wil je écht een goede plaatsbepaling doen dan is het namelijk noodzakelijk dat je met al je lichtpunten kan schuiven en dat gaat niet zo makkelijk in een bestaand huis waar al lichtpunten in het plafond zitten. Tenzij je overal kabels in het zicht wilt hebben, maar dat hebben we natuurlijk liever niet.
Ga je zelf aan de slag met het maken van een lichtplan, neem dan deze tips mee in je achterhoofd.
Tip: Kijk, terwijl je je lichtplan maakt ook alvast eens rond voor mooie lampen, die brengen je ongetwijfeld nog op andere ideeën. Zelf neus ik graag rond op Lampen24.nl, daar hebben ze zoveel moois!
1. Bepaal de indeling en inrichting van je huis
Het is fijn als je de indeling van je huis al in gedachten hebt. Maar dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan, dat snap ik. Zeker als je een nieuwbouwhuis gaat inrichten waar je nog niet in kan kijken. Maar ook als je een nieuw huis betrekt dat je al gezien hebt kan het nog steeds lastig zijn om de inrichting al helemaal goed te bepalen. Want wat is goed?
En als je net zo veranderlijk bent als ik, dan wil je ook zo nu en dan nog kunnen spelen met de inrichting, niet? Bij het maken van je lichtplan is het echter wel belangrijk dat je voor een aantal plekken al weet hoe je daar mee omgaat. Waar zet je bijvoorbeeld je bank neer? Want bij je bank wil je graag sfeerlicht hebben als je tv kijkt, maar je wilt er ongetwijfeld ook graag een leeslamp hebben. Voor als je op een donkere dag lekker met een vtwonen tijdschrift op de bank kruipt bijvoorbeeld.
Ik vind het in ons geval dan ook fijn dat we al bijna twee jaar in dit huis hebben geleefd voordat we tijdens een flinke verbouwing onze woonkamer en keuken op zijn kop hebben gezet. Wij weten precies waar de donkere hoeken in ons huis zich bevinden. En daar hebben we nu gebruik van gemaakt bij het maken van het lichtplan. Alle plekken zijn doorgelicht en voorzien van (sfeer)licht. Heb je nog geen idee van de inrichting? Maak dan een plattegrond, knip je grote meubels uit op schaal en ga in de plattegrond schuiven om te kijken hoe je mogelijkheden liggen.
2. Zo ben ik begonnen met het bedenken en maken van ons lichtplan
Allereerst dus de indeling. Bij ons zitten daar een aantal vaste elementen in. De bank, de grote kast in de woonkamer, en de houtkachel bijvoorbeeld. Deze zijn alledrie niet denkbaar op een andere plek, vanwege de vorm van de kamer en de onhandelbare kast 😉 . Maar ‘ieder nadeel heb z’n voordeel’ zei Kruijf ooit. Doordat deze elementen vast zijn is het voor die plekken heel eenvoudig om te bedenken hoe we daar met het licht willen omgaan.
Bij onze indeling heb ik dus eerst gekeken naar waar we zitten als we tv kijken. Maar ook naar de plek waar de eettafel staat, waar je aan het aanrecht staat om te koken en waar je graag de krant leest of eventueel nog wat op de pc wilt werken. Aangezien wij een kantoor aan huis hebben is de pc of laptop bij ons in de huiskamer geen issue, daar hoef ik dus geen rekening mee te houden.
Vervolgens ben ik er bij ons vanuit gegaan dat we alle lichtpunten die in het midden van de ruimte zitten (de plafond lichtpunten) niet gaan gebruiken. Deze zitten namelijk nooit op de goede plek. En ik hou niet van een hanglamp boven de salontafel. Aangezien wij er een gestuct gipsplafond in hebben gemaakt in plaats van de oorspronkelijke houten schrootjes konden wij de bestaande plafond lichtpunten mooi wegwerken.
Uiteraard hebben we die lichtpunten wél gebruikt om electra door te verbinden. Deze centrale dozen zijn namelijk het middelpunt van de overige lichtpunten én wandcontactdozen in ieder huis. Echt weghalen kan je ze dus niet want de bedrading heb je nodig. Maar je kan ze wel wegstuccen als ze niet passen in het lichtplan wat je gaat maken of gemaakt hebt. Zolang je de draden maar op de juiste manier hebt doorverbonden.
3. Per ruimte bekijken waar je behoefte aan hebt
Daarna zijn we per ruimte gaan kijken waar we behoefte aan hebben qua licht. Hierbij is het belangrijk dat je -bij het maken van het lichtplan- kijkt hoe je staat in een ruimte of waar je zit. Zo sta je in de keuken bijvoorbeeld aan het aanrecht en het centrale lichtpunt geeft daar alleen maar schaduw. Dat lichtpunt schijnt namelijk altijd in je rug. Helemaal niet handig bij het koken en vooral niet bij het snijden van je groenten en dergelijke. Dan wil je eigenlijk licht van voren, of van bovenaf. We gaan hier dan ook werken met een railspot en spotjes die je op iedere gewenste plek in de rail kan klikken. Op de plattegrond heb ik ze al ingetekend. Maar je kan ook kiezen voor wandlampen.
In de woonkamer wilde ik heel graag een leeslamp via een lichtpunt aan de muur en in de nis langs de tv komt straks onze beroemde apenlamp een beetje achter een plant vandaan. Verder hebben we nog verlichting in de woonkamer in de vorm van spotjes voor de kast die we in een koof gemaakt hebben. Deze koof is een bewuste keuze, omdat de kast niet van zijn plek kan en we het plafond erboven anders niet goed af konden werken. Uiteindelijk heeft dit heel goed uitgepakt, want de sfeerverlichting vanuit de spotjes is helemaal top.
Toch miste ik nog iets van licht vanaf onze bank als ik richting de eetkamer keek. Dat had ik vooraf nooit geweten, maar omdat we hier nu twee jaar wonen is dat duidelijk geworden. Dit is een donkere hoek waar geen lichtpunt zat dus we konden er de afgelopen tijd niet veel mee. Tijdens het vervangen van het plafond hebben we er een plafond lichtpunt kunnen maken voor een mooie hanglamp. Het lichtpunt zit op een hoek die goed zichtbaar is vanaf woonkamer en eetkamer en vraagt om een blikvanger die toch subtiel licht geeft.
En die hebben we gevonden in deze prachtige hanglamp van Graypants die in Nederland gemaakt wordt!
Ik ben echt zo ontzettend blij met dit prachtige ‘wespennest’ en de plek waar hij hangt. Dankzij het vooraf maken van het lichtplan kon ik me een goed beeld vormen van het type licht dat we op deze plek nodig hadden.
4. Gebruik direct licht en indirect licht in je lichtplan
Bij het maken van je lichtplan is het van belang dat je per ruimte rekening houdt met direct licht en indirect licht. Het directe licht schijnt direct op de plek waar je licht nodig hebt. Zoals bijvoorbeeld bij je aanrechtblad, maar ook bij de lampen boven je eettafel zoals je hierboven ziet. Indirect licht schijnt diffuus of komt via de muur bijvoorbeeld. Maar ook een vloerlamp, of een lamp met stoffen lampenkamp die licht diffuus verspreid is indirect licht. Net als deze nest lamp van Graypants die een mooi diffuus licht geeft door de kap van gerecycled karton die er omheen zit.
Verder is het ook belangrijk om de plaatsbepaling te bekijken. Laat niet al het licht vanaf dezelfde hoogte komen. Speel met de hoogte’s van de lichtbronnen voor een fijne uitstraling. Gebruik bijvoorbeeld ook ergens een mooie lage vloerlamp die licht naar boven toe schijnt in plaats van van boven naar beneden. Zolang je maar niet direct in de lamp kijkt, dat is vervelend.
5. Gebruik verschillende lichtbronnen
Bij het nadenken over je lichtplan en het maken ervan kies je voor lichtbronnen die fel kunnen schijnen waar je dat nodig hebt. Denk aan het aanrecht, een leeslamp, pianolamp of boven de eetkamertafel. Daarnaast heb je lichtbronnen die voor sfeerverlichting zorgen. Die laatste zijn in ons geval bijvoorbeeld de spotjes bij de kast, maar ook een touwlamp die we in de hoek van de eetkamer gaan ophangen. Hou daarbij in je achterhoofd dat goed leeslicht minimaal 60 watt heeft.
6. Gebruik de mogelijkheid om de lichtbronnen op elkaar af te stemmen
Als je dan toch een lichtplan aan het maken bent, kijk dan ook hoe je al het licht in je woning op elkaar af kan stemmen. Misschien gaat het wat ver om keuken, eetkamer en slaapkamers op elkaar af te stemmen. Maar als de ruimtes een open verbinding met elkaar hebben is het heel mooi als je hetzelfde soort licht in de ruimte kan gebruiken. Daarnaast is het fijn als je bepaalde lampen kan dimmen, zodat je ze fel kan gebruiken, maar ook als soort sfeerlicht.
Wij kiezen ervoor om al onze lichtbronnen langzaam te vervangen door Philips Hue lampen. Deze kunnen we perfect met de app op elkaar afstemmen (qua lichtkleur en lichtsterkte) én ook nog eens heel eenvoudig bedienen. Met de app, maar ook met Google Home bijvoorbeeld.
Hoe hebben jullie de lampen in je huis ingedeeld en de plekken voor licht bedacht? Heb je er van te voren over nagedacht of ben je juist meer van het ‘go with the flow’ principe?
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Lampen24, zij hebben de lamp tussen de woonkamer en eetkamer geleverd.